Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
primair(I.) [eiser] met onmiddellijke ingang in vrijheid te stellen om de onrechtmatige vrijheidsbeneming te staken en (II.) de Staat te gelasten om de veroordeling van [eiser] door het Gerechtshof zo spoedig mogelijk opnieuw te laten beoordelen, zodat het recht van [eiser] op beroep na een eerste veroordeling als bedoeld in artikel 14 lid 5 IVBPR daadwerkelijk wordt geëffectueerd en
subsidiairde Staat te gelasten om [eiser] met onmiddellijke ingang in de gelegenheid te stellen een detentiefaseringstraject te starten en hem binnen zes maanden na de datum van dit vonnis in vrijheid te stellen, althans een in goede justitie te bepalen andere voorziening te treffen, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de Staat in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling van het geschil
173,--(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)