Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[eiser/verzoeker] , eiser en verzoeker, hierna: eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Voorgeschiedenis
Waar gaat deze uitspraak over?
Wat is het oordeel van de rechtbank?
voldoende gemotiveerdop het standpunt heeft gesteld dat artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag op eiser van toepassing is. Het beroep van eiser dat zich richt tegen de vaststelling van 1(F) is dan ook
ongegrond.
ten onrechteheeft opgelegd. Verweerder heeft het besluit ten aanzien van het inreisverbod onvoldoende gemotiveerd.
Het beroep, voor zover zich dat richt tegen het inreisverbod, is dan ook gegrond. De rechtbank zal dit deel van het besluit dan ook vernietigen.
Het 1(F)-besluit
knowing and personal participation’, omdat hij zegt dat hij het misdrijf niet heeft begaan.
knowing and personal participation.
Het inreisverbod
- Er is sprake van een verkrachting. Gelet op de ernst van het misdrijf is de bedreiging ook na 11 jaar nog voldoende actueel.
- Tijdens zijn verblijf in Nederland heeft eiser geen positief gedrag laten zien. Zo is eiser op 22 november 2016 in vreemdelingenbewaring gesteld. Ook is eiser ondergedoken en heeft hij daarmee zijn overdracht aan Zwitserland onmogelijk gemaakt. Verder is eiser een schijnrelatie aangegaan met een vrouw om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Ook zijn er twee zogeheten ‘Blueview’ meldingen van de politie. Deze meldingen gaan over een contact met de politie vanwege het overlast geven in verband met alcohol en/of drugs en over contact met de politie in verband met een uit de hand gelopen ruzie. Tot slot heeft eiser bij herhaling zijn antecedentenverklaringen vals ingevuld.
- Eiser is pas 5 jaar in Nederland. Het is niet duidelijk hoe eiser zich heeft gedragen in de periode 2011-2016.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
BIJLAGE 1 – WETTELIJK KADER
Verdrag betreffende de status van vluchtelingen
Verdrag betreffende de Europese Unie
Vreemdelingencirculaire 2000
- moord;
- doodslag;
- verkrachting;
- oorlogsmisdrijven, zoals gedefinieerd in artikel 8, Statuut van Rome, inzake het internationaal Strafhof;
- misdrijven tegen de menselijkheid, zoals gedefinieerd in artikel 7, Statuut van Rome inzake het internationaal Strafhof;
- foltering;
- genocide, zoals gedefinieerd in artikel 6, Statuut van Rome, inzake het internationaal Strafhof;
- slavernij en slavenhandel; en
- misdrijven die vallen binnen de delictsomschrijving van enig bindend internationaal instrument dat bepaalt dat er in geval van een misdrijf dat binnen het bereik van dat instrument valt geen sprake kan zijn van een politiek misdrijf en/of van vluchtelingschap.