ECLI:NL:RBDHA:2023:16277
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De rechtbank heeft op 10 oktober 2023 de zaak behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar haar gemachtigde wel. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de asielaanvraag van eiseres niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Frankrijk heeft een overnameverzoek geaccepteerd, wat betekent dat zij de aanvraag van eiseres zullen behandelen.
Eiseres is het niet eens met deze beslissing en heeft beroepsgronden ingediend. Ze stelt dat Frankrijk niet verantwoordelijk is, omdat zij niet met het Franse visum het grondgebied van de lidstaten is ingereisd. De rechtbank oordeelt echter dat het visum van eiseres geldig was op het moment van haar asielaanvraag in Nederland, en dat de intentie van eiseres om in Frankrijk asiel aan te vragen niet relevant is voor de vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat.
Daarnaast voert eiseres aan dat er in Frankrijk sprake is van racisme en dat zij als zwarte vrouw slachtoffer kan worden van discriminatie. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het algemeen mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat dit in haar geval niet kan. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en bekendgemaakt op 20 oktober 2023.