[eiser] vordert na wijziging van eis, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de gehele dan wel gedeeltelijke vernietiging van de in de dagvaarding en in de akte overlegging aanvullende producties, tevens vermeerdering van eis genoemde onroerend goed transacties (hierna: de onroerend goed transacties) tussen moeder enerzijds en [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] anderzijds en/of de verklaring voor recht dat de onroerend goed transacties tussen moeder enerzijds en [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] anderzijds geheel dan wel gedeeltelijk door [eiser] zijn vernietigd, met bepaling dat het vonnis in de plaats zal treden van de registerverklaring als bedoeld in artikel 3:17 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) in samenhang met artikel 26 Kadasterwet, met veroordeling van moeder, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] om binnen 14 dagen, althans een in goede justitie te bepalen termijn na betekening van het vonnis, al het nodige te doen om overeenkomstig de nog uit te spreken vernietiging het vonnis in het kadaster te doen inschrijven, zulks op straffe van een dwangsom van € 100.000, althans een in goede justitie te bepalen bedrag voor elke dag of dagdeel dat zij daartoe in gebreke blijven;
II. de verklaring voor recht dat moeder, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] ter zake van de onroerend goed transacties jegens [eiser] onrechtmatig hebben gehandeld, met veroordeling van moeder, [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] tot vergoeding van de door [eiser] geleden schade en met verwijzing naar de schadestaatprocedure tot opmaak van de schade;
III. de veroordeling van moeder, primair bij tussenvonnis, om binnen 14 dagen, althans een in goede justitie te bepalen termijn, na datum (tussen)vonnis, althans betekening van het (tussen)vonnis, op straffe van een dwangsom van € 10.000, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, per dag of dagdeel dat zij daartoe in gebreke blijft, aan [eiser] te verstrekken:
a. in algemene zin: alle bescheiden en andere gegevensdragers waarop het vermogensoverzicht is gebaseerd;
b. meer specifiek:
1. schriftelijke opgave van alle onroerende goederen in binnen- en buitenland die per 21 juni 2015 tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoorden onder vermelding van de volledige adresgegevens en kadastrale aanduiding;
2. taxatierapport en/of waardering van de onder 1 genoemde onroerende goederen tegen de marktwaarde per de peildatum van 21 juni 2015;
3. inboedellijst van de per 21 juni 2015 tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behorende inboedel, alsmede een taxatierapport en/of waardering van die goederen tegen de marktwaarde per 21 juni 2015;
4. bankrekeningafschrift(en) van alle per 21 juni 2015 tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behorende bank- en effectenrekeningen waaruit het saldo per 21 juni 2015 opgemaakt kan worden;
5. schriftelijke opgave van de per 21 juni 2015 tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behorende effecten en aandelen (aantal, uitgesplitst naar aard) onder vermelding van de koerswaarde daarvan per 21 juni 2015;
6. stukken waaruit de in het vermogensoverzicht opgevoerde ‘vorderingen en teruggaven’ blijkt;
7. taxatierapport en/of waardering van het in het vermogensoverzicht opgevoerde ondernemingsvermogen per 21 juni 2015;
8. stukken waaruit de in het vermogensoverzicht opgevoerde ‘schuld voor woningen en andere onroerende zaken’ blijkt per 21 juni 2015;
9. stukken waaruit de in het vermogensoverzicht opgevoerde ‘andere schulden (schenkingen op papier)’ blijkt per 21 juni 2015;
10. stukken waaruit de in het vermogensoverzicht opgevoerde schuld aan uitvaartkosten bijkt;
11. stukken waaruit de in het vermogensoverzicht opgevoerde kosten van [Notariskantoor] blijkt;
IV. de veroorderling van moeder bij intreden van één van de hierna te noemen voorwaarden om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te voldoen € 442.568,22, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan hoofdsom na erfbelasting, te vermeerderen met 3% samengestelde rente vanaf 20 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening:
a. bij overlijden van moeder;
b. bij afstand van moeder van enige huwelijks- of partnerregistratievermogensrechtelijke gemeenschap of nadien en zodra zij bij onherroepelijke rechterlijke beslissing failliet is verklaard of surséance van betaling heeft verkregen of de wettelijke schuldsaneringsregeling op haar van toepassing is verklaard;
c. indien bij onherroepelijke rechterlijke beslissing moeder onder curatele is gesteld of haar gehele vermogen onder bewind is geplaatst, tenzij als dan voldoende zekerhied wordt gesteld;
d. indien moeder aanspraak maakt op financiële steun van overheidswege omdat haar inkomsten niet (meer) toereikend zijn voor de voorziening in de kosten van levensonderhoud;
e. indien moeder op grond van wet- en regelgeving moet interen op haar vermogen in verband met kosten van langdurige verpleging of verzoring als gevolg van blijvende lichamelijke of geestelijke gesteldheid en haar vermogen gedaald is tot onder het totale bedrag van de vorderingen van de overige erfgenamen inclusief de verschuldigde rente, vermeerderd met het heffingsvrije vermogen voor de inkomstenbelasting in box 3;
V. de veroordeling van gedaagden in de kosten van de procedure, waaronder de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf de vijftiende dag, althans een in goede justitie te bepalen termijn, na betekening van het vonnis tot de dag der algehele voldoening.