ECLI:NL:RBDHA:2023:16177
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van EU-Vis informatie en dubbele nationaliteit
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 2 oktober 2023, is het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. Eiseres, die samen met haar minderjarige kinderen asiel heeft aangevraagd, stelt dat zij en haar kinderen uitsluitend de Syrische nationaliteit hebben. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag echter afgewezen op basis van informatie uit het Europese visumsysteem (EU-Vis), waaruit blijkt dat eiseres ook de Armeense nationaliteit zou bezitten. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft.
Eiseres heeft op 30 juni 2023 haar aanvraag ingediend, maar deze werd op 21 juli 2023 door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 10 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris in beginsel mag uitgaan van de juistheid van de informatie in EU-Vis en dat het aan eiseres is om aan te tonen dat deze informatie onjuist is. Eiseres heeft een Syrisch identiteitsbewijs overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende bewijs levert om de veronderstelling van de staatssecretaris te weerleggen.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet in staat is geweest om aan te tonen dat zij geen Armeense nationaliteit heeft, en dat de staatssecretaris niet verplicht was om verder onderzoek te doen naar de visumgegevens. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om bewijs te leveren dat de informatie in EU-Vis onjuist is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de afwijzing van de asielaanvraag blijft in stand, zonder vergoeding van proceskosten voor eiseres.