Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], V-nummer: [Nummer],
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers op 4 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun bezwaarschrift van 2 mei 2022, dat gericht was tegen de afwijzing van hun aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor verblijf bij referent [Naam 3]. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn van verweerder is overschreden, aangezien de termijn op 15 december 2022 verstreken was. Eisers hebben verweerder op 19 december 2022 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna het beroep op 4 augustus 2023 tijdig is ingediend. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is.
Eisers hebben de rechtbank verzocht om een nadere beslistermijn van maximaal twee weken op te leggen, maar de rechtbank heeft besloten om verweerder een termijn van 16 weken te geven om alsnog een besluit te nemen op het bezwaarschrift. Tevens heeft de rechtbank bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder in de proceskosten van eisers moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 418,50 en het door eisers betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt. De rechtbank heeft de uitspraak geanonimiseerd gepubliceerd en de eisers zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.