Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiser was opgelegd op basis van artikel 6, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser, die geen geldig paspoort had, stelde dat hij niet kon worden uitgezet naar Rusland en dat hem daarom toegang verleend had moeten worden. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat de vrijheidsontneming niet onrechtmatig was, omdat er geen bewijs was dat eiser niet kon worden uitgezet. De rechtbank oordeelde dat het ontbreken van een geldig paspoort niet automatisch betekende dat eiser niet kon worden teruggestuurd, en verweerder had terecht geen aanleiding gezien om het grensbewakingsbelang te negeren. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door rechter V.F.J. Bernt, in aanwezigheid van griffier D.P. van Middelkoop. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.