1.4.Op 31 mei 2023 heeft eiser zijn zienswijze ingebracht. Eiser heeft gesteld dat terugkeer in strijd is met artikel 3 van het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM), omdat in de woonplaats van eiser vele gevechten en aanslagen plaatsvinden door zowel Al-Shabaab als Islamitische Staat (IS) en door verschillende stammen. Ter onderbouwing heeft eiser verwezen naar passages uit rapporten van het
European Union Agency for Asylum(EUAA) van 22 februari 2023 en van 25 april 2023 en van het
U.S. Department of State(USDOS) van 20 maart 2023. Ook heeft eiser gewezen op passages uit het Algemeen Ambtsbericht inzake Somalië van december 2021 en naar artikelen van de websites somaliguardian.com en netv.nl.
Bestreden besluit en standpunt eiser
2. Verweerder heeft, in navolging van zijn voornemen, de asielaanvraag van eiser afgewezen als ongegrond. Verweerder heeft het standpunt gehandhaafd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij gegronde vrees heeft voor vervolging, of een reëel risico loopt op ernstige schade. Aanvullend op het voornemen heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat uit de door eiser aangedragen informatie niet blijkt dat in Puntland (Somalië) sprake is van een uitzonderlijke (onveilige) situatie waarin eiser door zijn enkele aanwezigheid een reëel risico loopt op ernstige schade.
3. In beroep heeft eiser aangevoerd dat verweerder ongemotiveerd voorbij is gegaan aan zijn stelling dat in en rond zijn woonplaats vele gevechten en aanslagen plaatsvinden. Dit klemt temeer nu eiser vanwege deze conflicten is gevlucht en zijn broer hierdoor om het leven is gekomen. De voornoemde bronnen bevestigen volgens eiser zijn asielrelaas en dat er vele burgerslachtoffers vallen. Aanvullend heeft eiser verwezen naar passages in het Algemeen Ambtsbericht inzake Somalië van 30 juni 2023 (hierna: het ambtsbericht) en informatie van het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens eiser blijkt hieruit dat Al-Shabaab in de regio Bari (waarin de stad Bosaso ligt) in staat is activiteiten te ondernemen en dat de veiligheidssituatie in Puntland slecht is. Eiser heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is van een uitzonderlijke situatie, als bedoeld in artikel 15, aanhef en onder c, van de Kwalificatierichtlijn (een 15c situatie), omdat er vele groeperingen actief zijn, waaronder IS, en omdat er in en rond Bosaso vele stammenconflicten zijn. Dit is van belang omdat eiser tot een minderheidsclan behoort, aldus eiser.
4. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder de door eiser gestelde problemen met Al-Shabaab niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Daartoe heeft verweerder kunnen stellen dat uit openbare bronnen niet is gebleken dat Al-Shabaab in de zomer van 2010 in of rond Bosaso een aanslag heeft gepleegd, waarna eisers broer tijdens beschietingen om het leven zou zijn gekomen. Daarbij heeft verweerder niet ten onrechte betrokken dat eiser heeft verklaard dat hij sinds 2010 tot 2016 in Bosaso heeft verbleven zonder persoonlijk problemen van Al-Shabaab te ondervinden. Eiser heeft het ongeloofwaardig achten van dit onderdeel van zijn asielrelaas niet gemotiveerd betwist. Daartoe acht de rechtbank de stellingen van eiser dat er gevechten en aanslagen plaatsvinden in en rond Bosaso en dat reeds een schending van artikel 3 van het EVRM heeft plaatsgevonden, onvoldoende. Evenmin heeft eiser gemotiveerd betwist dat de stammenvete niet aan eiser persoonlijk te linken is. In dit verband acht de rechtbank met verweerder van belang dat eiser heeft verklaard dat twee van zijn ooms ongeveer 10 jaar voor zijn vertrek uit Somalië zijn omgekomen, dat drie van zijn ooms na eisers vertrek uit Somalië zijn omgekomen en dat eiser van zijn moeder heeft vernomen dat de stamhoofden het conflict proberen op te lossen, en indien dit niet lukt de zaak naar de politie gaat. Verweerder heeft daarom niet ten onrechte gesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op grond van het voorgaande een gegronde vrees voor vervolging heeft of een reëel risico loopt op ernstige schade.
5. Met betrekking tot eisers betoog dat in Puntland, Somalië, sprake is van een 15c situatie, overweegt de rechtbank als volgt.