ECLI:NL:RBDHA:2023:15957
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen voortduren van maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van een maatregel van bewaring, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 24 augustus 2023 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft, omdat zij voldoende informatie had op basis van het digitale dossier en de overgelegde stukken. Eiser stelde dat verweerder niet voortvarend handelde en dat er geen zicht was op uitzetting binnen een redelijke termijn. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder voldoende voortvarend handelde en dat eiser zelf geen actie ondernam om zijn terugkeer naar Marokko te realiseren. De rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor het oordeel dat het zicht op uitzetting ontbrak en dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig was. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.