ECLI:NL:RBDHA:2023:15906
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geboortedatum van een asielzoeker in het kader van de Vreemdelingenwet
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 23 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, die asiel heeft aangevraagd, betwist de geboortedatum die door de staatssecretaris is vastgesteld. De staatssecretaris heeft de asielaanvraag ingewilligd, maar heeft de geboortedatum van eiser vastgesteld op [datum], terwijl eiser stelt dat hij is geboren op [gestelde datum]. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 oktober 2023, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris zorgvuldig heeft gehandeld en dat de besluitvorming niet onzorgvuldig tot stand is gekomen. Eiser heeft een originele geboorteakte overgelegd, maar de rechtbank oordeelt dat deze akte geen identificerend document is. De staatssecretaris heeft op basis van informatie van de Tsjechische autoriteiten geconcludeerd dat eiser als meerderjarige is geregistreerd. De rechtbank volgt de staatssecretaris in zijn oordeel dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de geregistreerde geboortedatum onjuist is.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht is uitgegaan van de in Tsjechië geregistreerde geboortedatum en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.