Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die de Palestijnse nationaliteit heeft. Eiser heeft tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarin zijn asielaanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Cyprus verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan. Eiser betoogde dat Cyprus niet langer kan worden vertrouwd op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er structurele tekortkomingen zijn in de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Cyprus. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 september 2023, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat Cyprus verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser, maar dat eiser voldoende heeft aangetoond dat de situatie in Cyprus is verslechterd sinds eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank verwijst naar verschillende rapporten, waaronder het AIDA-rapport van april 2022, dat aantoont dat de opvangcapaciteit in Cyprus onvoldoende is en dat eiser niet kan rekenen op een adequate behandeling van zijn asielaanvraag. De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft waarom het interstatelijk vertrouwensbeginsel nog steeds van toepassing is en dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.674,-. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na verzending.