ECLI:NL:RBDHA:2023:15621

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
C/09/590346 / HA ZA 20-317
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op octrooi voor transport van champignoncompost door Dutch Trading Office B.V. tegen CNC Grondstoffen B.V.

In deze bodemzaak, uitgesproken op 25 oktober 2023 door de Rechtbank Den Haag, stond de inbreuk op een octrooi voor het transport van champignoncompost centraal. Dutch Trading Office B.V. (DTO) vorderde een verbod op CNC Grondstoffen B.V. (CNC) om inbreuk te maken op hun Europese octrooi EP 086. DTO stelde dat CNC door het aanbieden van transportdiensten voor champignoncompost inbreuk maakte op de octrooibescherming. De rechtbank beoordeelde de kenmerken van het octrooi en concludeerde dat CNC geen inbreuk maakte, omdat de wijze van stapelen van de compostblokken op pallets niet voldeed aan de octrooikenmerken die vereisten dat de blokken op een specifieke manier gestapeld en ondersteund moesten worden. De rechtbank oordeelde dat de afstandhouders, zoals beschreven in het octrooi, niet aanwezig waren in de werkwijze van CNC. Hierdoor werd de vordering van DTO afgewezen en werd DTO veroordeeld in de proceskosten van CNC, die op € 37.500,-- werden begroot, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Zittingsplaats Den Haag
zaaknummer / rolnummer: C/09/590346 / HA ZA 20-317
Vonnis van 25 oktober 2023
in de zaak van
DUTCH TRADING OFFICE B.V.,
te Deurne,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. Th.C.J.A. van Engelen te Utrecht,
tegen
CNC GRONDSTOFFEN B.V.,
te Milsbeek,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. J.C.S. Pinckaers te Amsterdam.
Partijen zullen hierna DTO en CNC genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 9 maart 2020;
  • de akte houdende overlegging producties behorende bij dagvaarding d.d. 9 maart 2020 van 25 maart 2020 met producties EP01 t/m EP11;
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie van 20 mei 2020 met producties GP01 t/m GP14;
  • de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie tot (voorwaardelijke) wijziging van eis in conventie, alsmede conclusie van antwoord in reconventie van 16 september 2020;
  • de akte houdende overlegging producties behorende bij conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie tot (voorwaardelijke) wijziging van eis in conventie, alsmede conclusie van antwoord in reconventie d.d. 16 september 2020 met producties EP12 t/m EP27;
  • de conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie tevens vermeerdering van grondslag van eis van 28 oktober 2020 met producties GP15 t/m GP22 bij welke conclusie productie GP10 is ingetrokken;
  • de conclusie van dupliek in reconventie van 9 december 2020;
  • de akte houdende overlegging aanvullende productie 12 tevens akte wijziging van eis zijdens DTO van 29 april 2022 met productie EP28 (door DTO abusievelijk genummerd als productie EP12);
  • de akte houdende producties ten behoeve van pleidooi zijdens CNC van 29 april 2022 met producties GP23 t/m GP24 (door CNC abusievelijk aangeduid als producties GP24 en GP25);
  • de akte houdende overlegging productie 13 zijdens DTO van 29 april 2022 met productie EP29 (door DTO abusievelijk genummerd als productie EP13 – vervangend proceskostenoverzicht);
  • de akte houdende overlegging aanvullend proceskostenoverzicht zijdens DTO van 29 april 2022 met productie EP30 (door DTO abusievelijk genummerd als productie EP14);
  • de pleitnotities van partijen overgelegd ter gelegenheid van de fysiek gehouden mondelinge behandeling op 29 april 2022, met in de pleitnotities van DTO doorgehaald de paragrafen 7.2 t/m 7.4, en in de pleitnotities van CNC de paragrafen 3 t/m 6, 33, 47 t/m 51, welke niet zijn gepleit.
1.2.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
DTO is een onderneming die zich met name richt op wereldwijd transport van champignoncompost over relatief grote afstanden. Champignoncompost is de grondstof voor champignonkwekers, die de champignoncompost gebruiken om daaruit champignons op te kweken en te oogsten voor verdere verwerking en consumptie.
2.2.
DTO was houdster van Nederlands octrooi 1029998 (hierna: NL 998) op een aanvrage daartoe van 21 september 2005, verleend op 22 maart 2007 voor een
‘Werkwijze voor het vervoeren van champignoncompost’. NL 998 bevat 9 conclusies, waarvan conclusies 1 en 9 onafhankelijk zijn. NL 998 heeft gelet op artikel 77 lid 1 onder a Rijksoctrooiwet 1995 (hierna: ROW) vanaf negen maanden na de hierna in 2.3. genoemde verleningsdatum niet meer de in artikel 53 ROW bedoelde rechtsgevolgen.
2.3.
DTO is houdster van Europees octrooi 1 767 086 B1 (hierna: EP 086) dat betrekking heeft op een
‘Method of transporting mushroom compost’. EP 086 is verleend op 14 maart 2018 op een aanvrage daartoe van 21 september 2006, onder inroeping van prioriteit van 21 september 2005 op basis van NL 998. Het octrooi is onder meer gedesigneerd voor Nederland. Tegen de verlening van het octrooi is geen oppositie ingesteld.
2.4.
EP 086 telt 12 conclusies, welke in de (oorspronkelijke) Engelse tekst als volgt luiden:
1. A method of bulk transporting mushroom compost,
characterised inproviding blocks of mushroom compost,
wherein the blocks have a weight of less than 1000 kg,
wherein compost blocks are stacked and are supported by a spacer/spacers,
wherein rows and columns of stacked blocks are provided,
wherein the blocks are stored in a conditioned space, leaving vertical room between the stacked blocks for ventilation, adapted to control temperature, carbon dioxide content and/or humidity,
wherein the conditioned space is a refrigerated container or a refrigerated lorry,
ventilating the conditioned space,
and
wherein bulk mushroom compost is transported in the conditioned space over a long distance over land/water.
2. A method according to claim 1,
characterised in thatthe conditioned space is cooled, such as to -10 C to 17 C.
3. A method according to claim 1 or 2,
characterised in thatthe temperature of the compost blocks during transport is 20 - 22 C.
4. A method according to one of the preceding claims,
characterised in thatthe moisture content of the compost blocks is 40-85%.
5. A method according to one of the preceding claims,
characterised in thatthe compost blocks are packaged in a waterproof wrapping.
6. A method according to claim 5, wherein the sides of the compost blocks are left half open.
7. A method according to one of the preceding claims,
characterised in thatthe compost blocks comprise less than 22 kg compost per block.
8. A method according to one of the preceding claims, -wherein a room is left for ventilation between a ceiling of the lorry or container and the upper layer of compost.
9. A method according to claim 8,
characterised in thatsaid spacer(s) is/are comprised of wooden poles.
10. A method according to one of the preceding claims, providing room between bottom blocks and a ventilated loading floor.
11. A method according to one of the preceding claims, wherein compost blocks are pressed into a mould before transportation.
12. Conditioned space selected from a refrigerated lorry and a transport refrigerated container, comprising a bulk quantity of blocks of mushroom compost,
wherein the blocks have a weight of less than 1000 kg,
wherein compost blocks are stacked and are supported by a spacer/spacers,
wherein rows and columns of stacked blocks are provided,
wherein the blocks are stored in said conditioned space, leaving vertical room between the stacked blocks for ventilation, adapted to control temperature, carbon dioxide content and/or humidity, wherein the conditioned space is said lorry or said container, and
where blocks of compost are packaged.
2.5.
De niet bestreden Nederlandse vertaling van deze conclusies luidt:

1.Een werkwijze voor het bulktransport van champignoncompost,gekenmerkt doorhet verschaffen van blokken champignoncompost, waarbij de blokken een gewicht hebben van minder dan 1000 kg, waarbij compostblokken worden gestapeld en worden gesteund door een afstandhouder/afstandhouders,waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken worden verschaft,waarbij de blokken worden opgeslagen in een geconditioneerde ruimte, waarbij een verticale ruimte tussen de gestapelde blokken wordt gelaten voor ventilatie, aangepast om temperatuur, koolstofdioxidegehalte en/of vochtigheid te regelen,waarbij de geconditioneerde ruimte een gekoelde container of een gekoelde vrachtwagen is,het ventileren van de geconditioneerde ruimte,enwaarbij bulk champignoncompost wordt getransporteerd in de geconditioneerde ruimte over een lange afstand over land/water.

2. Werkwijze volgens conclusie 1,
met het kenmerk, datde geconditioneerde ruimte wordt gekoeld, zoals tot -10 C tot 17 C.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,
met het kenmerk, datde temperatuur van de compostblokken tijdens transport 20 - 22 C is.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies,
met het kenmerk, dathet vochtgehalte van de compostblokken 40-85% bedraagt.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,
met het kenmerk, datde compostblokken zijn verpakt in een waterdichte omhulling.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de zijden van de compostblokken half open worden gelaten.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies,
met het kenmerk, datde compostblokken minder dan 22 kg compost per blok bevatten.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een ruimte wordt overgelaten voor ventilatie tussen een plafond van de vrachtwagen of container en de bovenste compostlaag.
9. Werkwijze volgens conclusie 8,
met het kenmerk, datde afstandshouder (s) bestaat uit houten palen.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ruimte tussen bodemblokken en een geventileerde laadvloer wordt verschaft.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij compostblokken vóór transport in een mal worden geperst.
12. Geconditioneerde ruimte gekozen uit een gekoelde vrachtwagen en een gekoelde container, bestaande uit een bulk-hoeveelheid blokken champignoncompost,
waarbij de blokken een gewicht hebben van minder dan 1000 kg,
waarbij compostblokken zijn gestapeld en gesteund door een afstandhouder/afstandhouders,
waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken zijn verschaft,
waarbij de blokken zijn opgeslagen in een geconditioneerde ruimte, waarbij een verticale ruimte tussen de gestapelde blokken is gelaten voor ventilatie, aangepast om temperatuur, kooldioxidegehalte en/of vochtigheid te regelen, waarbij de geconditioneerde ruimte de genoemde vrachtwagen of genoemde container is, en
waarbij compostblokken zijn verpakt.
2.6.
Conclusie 1 van EP 086 – in de onbestreden Nederlandse vertaling – kan worden opgesplitst in de volgende deelkenmerken:
a) Een werkwijze voor het bulktransport van champignoncompost,
b)
gekenmerkt doorhet verschaffen van blokken champignoncompost,
c) waarbij de blokken een gewicht hebben van minder dan 1000 kg,
d) waarbij compostblokken worden gestapeld en worden gesteund door een afstandhouder/afstandhouders,
e) waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken worden verschaft,
f) waarbij de blokken worden opgeslagen in een geconditioneerde ruimte,
g) waarbij een verticale ruimte tussen de gestapelde blokken wordt gelaten voor ventilatie, aangepast om temperatuur, koolstofdioxidegehalte en/of vochtigheid te regelen,
h) waarbij de geconditioneerde ruimte een gekoelde container of een gekoelde vrachtwagen is,
i) het ventileren van de geconditioneerde ruimte, en
j) waarbij bulk champignoncompost wordt getransporteerd in de geconditioneerde ruimte over een lange afstand over land/water.
2.7.
De beschrijving luidt in de oorspronkelijke Engelse tekst onder meer als volgt:
[0001] The invention relates to a method of transporting mushroom compost.
[0002] Such methods are known in the art.
[0003] Mushroom compost is usually transported in bulk, in other words, not packaged.
[0004] The drawback of the known methods is that in order to maintain its quality, the mushroom compost can only be transported over a very limited distance and for a very limited length of time.
(…)
[0006] It is the object of the invention to provide a method of transporting mushroom compost, allowing the mushroom compost to be transported for an extended length of time and consequently over greater distances, while maintaining the quality.
[0007] In order to achieve the above-mentioned objective, the method according to the present invention is characterized by the features of claim 1. The compost blocks to be used in the method according to the present invention are formed from the loose mushroom compost, in a manner that is not new in itself.
[0008] Using the method according to the invention achieves that the mushroom compost can tolerate a significantly longer transport time than is the case with known methods.
[0009] Mushroom mycelium grows on a variety of substrate materials (for example, plant material or manure). Composting makes mushroom mycelium-specific nutrients available in the substrate. In this way the substrate becomes “selective” with regard to the growth of mushrooms. Normally, compost is transported in bulk. During transport in this conventional manner the structure and/or selectivity of the compost changes with time, usually after only 24 hours, as a result of (de)composting and/or overheating. By forming the compost prior to transport into blocks and subsequently storing the formed blocks in a conditioned space, leaving room between the blocks for ventilation, the method according to the present invention makes it possible to control the moisture content, the germination and the temperature of the substrate such that the quality of the compost is maintained, allowing the transport to take longer and consequently making it possible to cover a greater distance.
(…)
[0012] When applying the method according to the invention it is important to leave room between the compost blocks for ventilation. Ventilation promotes heat dissipation and also ensures that CO2, which develops during composting, can be vented in order to avoid “suffocation” of the mycelium.
(…)
[0022] The dimensions and shapes of the blocks may be varied. The method according to the present invention is further characterised in that the stacked compost blocks are supported by a spacer. Said spacer is preferably comprised of wooden poles.
[0023] By using said spacer, wooden poles being particularly effective and inexpensive, the compost blocks can simply be stacked such that room for ventilation is left between the blocks, while at the same time the blocks are prevented from collapsing, which could hinder the ventilation in the conditioned space.
[0024] The manner in which the blocks may be stacked, optionally employing a spacer, may be adapted to the dimensions of the conditioned space and other requirements. However, it is important to avoid that there is too much contact between the blocks and/or that they collapse, because this could hinder the ventilation. Often the floor of a conditioned space is ventilated and is this ventilation essential for conditioning the space. It is in such a case preferable to also leave room between the bottoms blocks and the ventilated loading floor.
(…)
EXEMPLARY EMBODIMENT
[0026] Compost blocks were produced by pressing compost into a mould and subsequently applying a plastic film. The compost blocks weighed between 20 and 23 kg. The dimensions of a compost block (l x b x h) were 60 x 40 x 20 cm.
(…)
[0028] Standard refrigerated container, or “referee” (40 feet, or 40´).
[0029] The dimensions of a standard refrigerated container are (l x b x h =) 11.5 m x 2.3 m x 2.6 m.
[0030] In the example, 1080 compost blocks were loaded into such a container. The total filling weight amounted to between 21.6 and 24.8 tons of compost, depending on the applied packing pressure or moulding pressure.
[0031] Lengthways, 18 blocks were placed in the container, thus 18 x 0.6 m = 10.8 m. The remaining room for placing wooden poles and for ventilation was (11.5 m – 10.8 m =) 0.7 m. Over the total length of the container therefore approximately 4 cm ventilation space was provided between each of the 18 blocks of compost.
[0032] Over the breadth of the container, 5 blocks were placed (5 x 0.4 m = 2 m). The room remaining for wooden poles was (2.3 m – 2 m=) 0.3 m. The room for ventilation between the five blocks of compost therefore amounted to approximately 7.5 cm (30 cm/4 = 7.5 cm).
[0033] In the vertical direction of the container 12 blocks were stacked (12 x 0.2 m = 2.4 m). The room left over for ventilation between the container ceiling and the last layer of compost was (2.6 m – 2.4 m =) 0.2 m.
[0034] Wooden poles (diameter 4 cm) were sawn to a length of 2.62 m. The extra 2 cm is intended for a clamping support. The poles were subsequently pushed at a slant between the floor and the ceiling, thereby putting a compressive stress on the poles. This compressive stress prevents the compost blocks from collapsing.
[0035] Breadthways first one compost block was placed against the inside wall of the container and then the stack was made up to a total of 12. This was carried out both at the left side and at the right side of the container. Subsequently a pole was placed against the compost blocks over the breath and over the length. This results in columns 1 and 5 (see Figure 1).
[0036] Subsequently, another two stacks of 12 compost blocks were placed against the wooden poles both at the left and the right (against columns 1 and 5). This results in columns 2 and 4. Subsequently, another wooden clamping pole was provided at the free side as well as at the front of the compost stack. Between the two wooden poles of column 2 and column 4 a last column (no. 3) of compost was stacked 12 blocks high, which at its front side was also provided with a clamping pole. In this way the first row of a total of 18 rows is created, all of which are freestanding and allowing ventilation.
(…)
FIGURES
[0039] Figure 1 shows a front view of a standard refrigerated container, in which compost blocks are transported according to the method of the present invention.
[0040] Reference numeral 1 in Figure 1 refers to compost blocks, 2 to wooden poles between the compost blocks, 3 to wooden poles positioned in front of the compost blocks, 4 to the room left over for ventilation, 5 represents a ventilated floor 6, 7 refers to the ceiling of the container and 8 to the side wall of the container.
[0041] Figure 1 thus schematically illustrates the transport of compost blocks in a container according to the method of the invention, wherein the compost blocks are stacked so as to leave room for ventilation (see also the above example).
[0042] Figure 2 is a top view of a container loaded with compost blocks, wherein 9 represents an air conditioning system, 10 the rear wall of the container, and 11 the doors at the front of the container. The other reference numerals have the same meaning as the corresponding numerals in Figure 1.
2.8.
Bij het octrooi behoren de volgende figuren:
2.9.
CNC maakt haar bedrijf van het produceren van compost voor de teelt van champignons. Zij heeft in Nederland vestigingen in Milsbeek, Moerdijk en Ammerzoden. In Gościejewo (Polen) produceert CNC doorgroeide compost op haar bedrijf Holpol-Compost. Klanten halen blokken champignoncompost op, of vragen aan CNC het vervoer naar de klant te organiseren, waarna een transporteur de champignoncompostblokken bij CNC ophaalt en naar de klant vervoert en het transport bij CNC in rekening brengt.
2.10.
Op de website van CNC is de volgende tekst en afbeelding te zien waaruit blijkt op welke wijze champignoncompostblokken worden vervoerd:
2.11.
De volgende foto’s van 28 maart 2019 tonen de gestapelde champignoncompostblokken van CNC buiten (links) en in (rechts) de container:
2.12.
CNC is door de octrooigemachtigde van DTO bij brief van 17 mei 2019 gesommeerd ter zake van octrooiinbreuk, waarop door de octrooigemachtigde van CNC bij brief van 7 juni 2019 is gereageerd. Daarbij werd de stelling betrokken dat CNC tot voor kort een diagonale lat aan elk van twee tegenovergestelde zijden tussen de compostblokken en de daar omheen gewikkelde verpakking stak, maar dat een dergelijke lat inmiddels niet meer werd aangebracht. De octrooigemachtigde van CNC heeft zich in de brief op het standpunt gesteld dat de werkwijze van CNC niet onder de beschermingsomvang van EP 086 viel. Daaropvolgend is nader overleg gevoerd tussen partijen en hun octrooigemachtigden, waarbij ook de mogelijkheid van een licentie aan de orde is geweest, maar dit overleg heeft niet tot een regeling geleid. Vervolgens heeft de advocaat van DTO CNC bij brief van 15 januari 2020 opnieuw gesommeerd de inbreuk te staken en gestaakt te houden en de schade van DTO te vergoeden. Daarop heeft de octrooigemachtigde van CNC weer gereageerd bij brief van 31 januari 2020 waarop de advocaat van DTO ten slotte nog heeft geantwoord bij brief van 17 februari 2020.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Na voorwaardelijke wijziging van eis, waarbij voor zover nodig een beroep wordt gedaan op een drietal hulpverzoeken indien conclusie 1 van EP 086 zou sneuvelen vanwege openbaar voorgebruik, vordert DTO jegens CNC, samengevat, een verbod om direct of indirect inbreuk te maken op EP 086 in Nederland en België, alsmede een schriftelijke opgave van het totaal aantal in de periode na 17 mei 2014 met behulp van de geoctrooieerde werkwijzen volgens EP 086 en NL 998 (NL 998 slechts voor de periode voor expiratie) door CNC in of vanuit Nederland en in de periode na 14 maart 2018 in of vanuit Nederland of België vervoerde containers champignoncompost, de daarvoor gehanteerde verkoopprijzen alsmede een opgave van de afnemers/distributeurs waaraan de hiervoor bedoelde containers zijn verkocht, geleverd, getransporteerd of anderszins verhandeld door CNC in of vanuit Nederland of België. Verder vordert DTO schadevergoeding dan wel winstafdracht, zo nodig op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, alles versterkt met een dwangsom en met veroordeling van CNC in de volledige kosten van de procedure ex artikel 1019h Rv [1] , eveneens vermeerderd met de wettelijke rente, alles zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
3.2.
DTO stelt daartoe – kort gezegd – dat CNC door het verrichten van diensten voor het vervoer van champignoncompost in pakketten voor wereldwijde levering direct of indirect inbreuk maakt op conclusies 1 t/m 2, 4 t/m 5 en 7 t/m 12 van EP 086 alsmede direct of indirect inbreuk heeft gemaakt op conclusies 1 t/m 2 en 4 t/m 5 van NL 998 (voor zover het de periode tot expiratie van NL 998 betreft), althans, voor zover de handelwijze van CNC geen indirecte inbreuk oplevert, CNC in strijd handelt met de door CNC jegens DTO als octrooihouder in acht te nemen zorgvuldigheidsnormen doordat CNC direct dan wel indirect betrokken is bij inbreuken door derden op de geoctrooieerde werkwijze en/of het geoctrooieerde product en bewerkstelligt c.q. faciliteert dat door die derden inbreuk op de octrooien van DTO gemaakt wordt c.q. kan worden respectievelijk dat CNC die inbreuken door derden uitlokt of daartoe uitnodigt en van die inbreuken ongerechtvaardigd voordeel trekt.
3.3.
CNC voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
CNC vordert – samengevat – provisioneel, namelijk voor de duur van de procedure, onder de voorwaarde dat de hoofdprocedure zou worden vertraagd door schorsing in afwachting van de uitkomst van een procedure tot vernietiging van het Belgische deel van EP 086, DTO te bevelen te gehengen en gedogen dat CNC pallets met blokken champignoncompost vanuit Nederland en België voor transport naar andere landen door een vervoerder in een container van die vervoerder laadt, een en ander op straffe van een dwangsom. In de hoofdzaak vordert CNC, na vermindering van eis ter zitting, voorwaardelijk de vernietiging van het Nederlandse deel van EP 086. Die vordering is ingesteld onder de voorwaarde dat de rechtbank enerzijds van oordeel zou zijn dat (een) pallet/pallets kan/kunnen worden begrepen als een afstandhouder/afstandhouders in de zin van kenmerk d) van EP 086. De voorwaarde is anderzijds dat blokken als bedoeld in de kenmerken c), e) en g) van EP 086 bij het vaststellen van de beschermingsomvang door de rechtbank niet (naar de rechtbank begrijpt, uitsluitend) worden uitgelegd als compostblokken. Daarnaast vordert CNC, eveneens voorwaardelijk, namelijk voor zover de rechtbank van oordeel is dat CNC inbreuk heeft gemaakt op EP 086 en/of NL 998, voor recht te verklaren dat de volgende door CNC geregelde transporten in geconditioneerde ruimtes, zoals een gekoelde container (reefer) of vrachtwagen, niet vallen onder de beschermingsomvang van EP 086 en/of NL 998:
het vervoeren van big bags champignoncompost van 1000 kilo op pallets;
het vervoeren van blokken champignoncompost gestapeld op pallets naast elkaar zonder pallets daarboven;
het vervoeren van blokken champignoncompost gestapeld op pallets naast elkaar zonder pallets daarboven waarbij steeds de ruimte tussen twee naburige pallets wordt opgevuld door een tussenschot dat zich over de hoogte en over de lengte, c.q. breedte van de naburige pallets uitstrekt;
het vervoeren van blokken champignoncompost op de wijze zoals besproken in de dagvaarding en afgebeeld op p. 10 onder (d) van de dagvaarding naar:
i) België,
ii) Frankrijk,
iii) Spanje,
iv) Portugal,
v) Polen,
vi) Israël,
vii) Cyprus,
viii) Zuid-Afrika,
ix) Columbia of
x) China;
Het vervoeren van blokken champignoncompost zoals besproken in de dagvaarding en afgebeeld op p. 10 onder (d) van de dagvaarding
i) gedurende één dag,
ii) gedurende één week,
iii) gedurende twee weken,
iv) gedurende drie weken,
v) gedurende een maand,
vi) gedurende twee maanden,
vii) gedurende drie maanden of
viii) gedurende vier maanden,
althans een zodanige verklaring die de rechtbank passend zal achten,
met veroordeling van DTO tot betaling van de door CNC gemaakte redelijke en evenredige proceskosten en andere kosten, waaronder die van haar octrooigemachtigde ex artikel 1019h Rv, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis, uitvoerbaar bij voorraad.
3.6.
DTO voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
bevoegdheid
4.1.
De rechtbank is op grond van artikel 4 Brussel I bis-Vo [2] (grensoverschrijdend – dus wat betreft de inbreukvraag ook voor België) bevoegd van de (inbreuk)vorderingen jegens CNC kennis te nemen nu zij woonplaats heeft in Nederland. De exclusieve relatieve bevoegdheid volgt uit artikel 80 lid 2 sub a ROW [3] .
geen inbreuk
4.2.
Uit artikel 69 EOV [4] volgt dat de beschermingsomvang wordt bepaald door de conclusies van het octrooischrift, waarbij beschrijving en tekeningen dienen tot uitleg van die conclusies. Op grond van het bij artikel 69 EOV behorende uitlegprotocol kan de beschermingsomvang door middel van uitleg niet worden beperkt tot de letterlijke tekst van de conclusies, maar volgt uit artikel 69 EOV evenmin dat de conclusies alleen als richtlijn zouden dienen. De bescherming dient zich ook uit te strekken tot datgene wat de octrooihouder, naar het oordeel van de deskundige die de beschrijving en tekeningen bestudeert, heeft willen beschermen. De uitleg moet leiden zowel tot een redelijke bescherming van de aanvrager als tot een redelijke rechtszekerheid voor derden.
4.3.
Aangaande de te hanteren peildatum voor de beoordeling van inbreuk geldt het volgende. [5] Onderscheiden dient te worden tussen enerzijds de vraag naar de uitleg van het octrooi met het oog op de vaststelling van de beschermingsomvang daarvan en anderzijds de daarop volgende vraag of een voortbrengsel (of in voorkomend geval: een werkwijze) onder de aldus vastgestelde beschermingsomvang valt.
4.4.
In het kader van eerstgenoemde vraag kunnen diverse gezichtspunten een rol spelen. Een daarvan is de achter de woorden van de conclusies liggende uitvindingsgedachte. Bij het achterhalen daarvan moet het perspectief van de gemiddelde vakpersoon en diens kennis van de stand van de techniek op de aanvraag- of prioriteitsdatum richtinggevend worden geacht. Het gaat dan immers om de vaststelling van hetgeen het octrooi toevoegt aan de stand van de techniek. Dat, zoals uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt, bij de beantwoording van deze vraag onder omstandigheden ook betekenis kan worden gehecht aan gegevens uit het – van na de aanvraag- of prioriteitsdatum daterende – verleningsdossier, doet aan dit uitgangspunt niet af.
4.5.
In het kader van de daaropvolgende inbreukvraag kan mede betekenis worden gehecht aan de kennis van de gemiddelde vakpersoon ten tijde van de beweerde inbreuk, in het bijzonder waar het erom gaat of sprake is van equivalente elementen (vgl. artikel 2 van het uitlegprotocol).
4.6.
Met toepassing van de hiervoor weergegeven regels van uitleg, overweegt de rechtbank als volgt.
4.7.
EP 086 heeft betrekking op een werkwijze voor het vervoeren van champignoncompost. De werkwijze ziet op het (door een machine) verschaffen van blokken champignoncompost die op een bepaalde manier in een vrachtruimte op elkaar kunnen worden gestapeld en gesteund en vervolgens, gedurende significant langere tijdsduur dan in de stand van de techniek, en derhalve over langere afstanden, kunnen worden getransporteerd, terwijl de kwaliteit behouden blijft. Dat is mogelijk doordat de ruimte waarin de blokken champignoncompost worden bewaard geconditioneerd wordt, waarbij een verticale ruimte tussen de blokken wordt gelaten voor ventilatie, aangepast om temperatuur, koolstofdioxidegehalte en/of vochtigheid te regelen (kenmerk g). Die ruimte wordt gecreëerd door het stapelen van champignoncompostblokken, waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken worden verschaft (kenmerk e). Om te voorkomen dat de stapels omvallen en in de verticale ruimte de blokken (alsnog) met elkaar in contact komen, waardoor de ventilatie in de ruimte zou kunnen worden verhinderd (zie de paragrafen [0022] t/m [0024] van de beschrijving), worden de gestapelde compostblokken in de verticale ruimte tussen de stapels ondersteund middels (een) afstandhouder(s) (kenmerk d).
4.8.
In de beschrijving, met name paragrafen [0031] t/m [0034], welke paragrafen het enige uitvoeringsvoorbeeld van het octrooi beschrijven, wordt meer in detail aangegeven hoe dat stapelen plaats vindt. In dat voorbeeld wordt uitgegaan van de afmetingen van een standaard 40-voet container (zie paragrafen [0028] t/m [0029]). In een dergelijke container kunnen volgens het voorbeeld 18 stapels van 12 blokken hoog in de lengterichting worden gestapeld (kolommen), en 5 stapels in de breedterichting, ook weer 12 blokken hoog (rijen), zoals in figuur 2 (bovenaanzicht van de container) te zien is (vgl. 2.8.). Zo ontstaat er in de lengterichting een verticale ruimte van ongeveer 4 cm tussen ieder horizontaal geplaatst blok, en in de breedterichting een verticale ruimte van 7,5 cm, welke verticale ruimten gestapeld optellen tot de hoogte van de standaardcontainer, zijnde 2,6 m. In die verticale ruimte, bedoeld voor ventilatie als hiervoor in 4.7. benoemd, worden houten palen van 2,62 m geklemd tussen de vloer en het plafond van de container, om er zo voor te zorgen dat de stapels met blokken niet kunnen omvallen.
4.9.
CNC voert onder meer aan dat haar werkwijze niet voldoet aan de kenmerken d), e) en g) van conclusie 1 van EP 086 zodat van inbreuk geen sprake kan zijn. Dat verweer slaagt waartoe het navolgende redengevend is.
4.10.
CNC heeft een rapportage ‘analyse niet-inbreuk’ in het geding gebracht d.d. 18 mei 2020 (als productie GP03), opgesteld door octrooigemachtigde Ir. E.H.A. Baeten, waarin hij beschrijft hoe CNC de champignoncompostblokken stapelt. Volgens zijn beschrijving worden de blokken in verband gezet op een pallet. In de eerste laag worden drie blokken (dwars) met de lange zijden tegen elkaar gelegd, met daarnaast twee blokken, 90 graden gedraaid (langs), met twee korte zijden tegen elkaar en elk met één zijde aanliggend tegen de korte zijden van de drie eerstgenoemde compostblokken. In de volgende laag worden twee compostblokken met de korte zijden tegen elkaar langs op de dwarse blokken van de eerste laag gelegd, met daarnaast drie dwarse blokken (met de lange zijden tegen elkaar aan) op de twee langse en een deel van de drie dwarse blokken van de eerste laag. Een derde laag wordt identiek aan de eerste laag gestapeld en een vierde laag identiek aan de tweede laag. Een volle pallet wordt vervolgens omwikkeld met een net. DTO heeft niet bestreden dat dit de wijze is waarop CNC de champignoncompostblokken stapelt en dit strookt ook met de afbeelding van de website van CNC (2.10.) en de foto’s van de pallets van 28 maart 2019 (2.11.), zodat van die werkwijze van CNC wordt uitgegaan. Zoals op de onder 2.11. weergegeven rechter foto is te zien, worden in een container meerdere pallets met op deze wijze gestapelde champignoncompostblokken op elkaar en (met een kleine afstand ertussen) naast elkaar gezet.
4.11.
Het op deze wijze plaatsen van blokken op pallets voldoet niet aan de kenmerken dat de gestapelde compostblokken worden gesteund door (een) afstandhouder(s), waarbij rijen en kolommen van gestapelde blokken worden verschaft, waarbij tussen die gestapelde blokken een verticale ruimte wordt gelaten voor ventilatie, aangepast om temperatuur, koolstofdioxidegehalte en/of vochtigheid te regelen (kenmerken d), e) en g)). Uit paragraaf [0023] in verbinding met paragrafen [0031] t/m [0034] van de beschrijving en figuren 1 en 2 zal de gemiddelde vakpersoon naar het oordeel van de rechtbank namelijk opmaken dat onderdeel van de werkwijze van het octrooi is dat de compostblokken eenvoudig (recht) op elkaar tot kolommen worden ge(blok)stapeld. In de paragrafen [0031] en [0032] wordt immers gesproken over
“Lengthways, 18 blocks were placed, thus 18 x 0.6 m = 10.8 m”respectievelijk “
Over the breadth of the container, 5 blocks were placed (5 x 0.4 m = 2 m)” (zie ook figuur 2), en in paragraaf [0033] over
“In the vertical direction of the container 12 blocks were stacked (12 x 0.2 m = 2.4 m)”(zie figuur 1). In figuur 2 is te zien dat in de stapels (in de kolommen noch in de rijen) geen enkel blok compost rust tegen de zijkant van een ander blok. De in het octrooi beschreven functie van de afstandhouder(s) bevestigt dat dat ook de bedoeling is van het octrooi. In paragraaf [0023] staat immers dat de compostblokken eenvoudig op elkaar kunnen worden gestapeld zodat ruimte overblijft voor ventilatie tussen de gestapelde blokken, terwijl die stapels tegelijkertijd ondersteund worden en niet kunnen omvallen. De afstandhouder(s) zijn in de figuren 1 en 2 dan ook in elke ruimte tussen de recht op elkaar gestapelde blokken compost geplaatst.
4.12.
Dat zo zijnde, kan een pallet niet gezien worden als een afstandhouder omdat een pallet zich in het horizontale vlak bevindt, terwijl de afstandhouders volgens de conclusie niet anders dan in het verticale vlak kunnen zijn geplaatst. Bovendien wordt bij het in verband stapelen van de compostblokken op een pallet niet voldaan aan het kenmerk dat er rijen en kolommen van eenvoudig recht op elkaar gestapelde blokken worden verschaft. De blokken worden op een pallet compact tegen elkaar gestapeld, dus zonder ruimte tussen de blokken onderling, zodat er geen sprake is van een verticale ruimte tussen de blokken onderling voor ventilatie, wat een essentieel kenmerk van de conclusie is. In het midden kan daarbij blijven of dat ventileren bij de werkwijze van CNC niet nodig zou zijn omdat CNC haar blokken champignoncompost naar eigen zeggen tot in de kern rond het vriespunt voorkoelt in een vacuümkoeler en pas daarna voor transport in een container/reefer van de vervoerder laadt waarbij tijdens transport de lage temperatuur door koeling van de container zoveel mogelijk wordt gehandhaafd, welke stelling door DTO is bestreden.
4.13.
Nu CNC, direct of indirect, geen inbreuk maakt op conclusie 1 van EP 086, geldt dit mutatis mutandis voor de van conclusie 1 ingeroepen afhankelijke conclusies, alsook voor de onafhankelijke productconclusie 12 omdat die conclusie het lot deelt van conclusie 1 van EP 086 en CNC op die laatste conclusie geen inbreuk maakt.
4.14.
DTO heeft zich niet beroepen op inbreuk in het equivalentiebereik zodat zulks onbesproken kan blijven.
4.15.
Dat en waarom CNC, mocht zij, zoals hiervoor vastgesteld, geen indirecte inbreuk zou maken op de ingeroepen conclusies van EP 086, wél onrechtmatig zou handelen jegens DTO vanwege beweerdelijk directe of indirecte betrokkenheid bij octrooiinbreuk door derden, is een stelling die tardief is, nu die eerst bij conclusie van dupliek in reconventie is betrokken. CNC heeft daarop niet meer schriftelijk kunnen reageren anders dan ten tijde van pleidooi, waarbij zij daartegen terecht bezwaar heeft gemaakt. Nu die stelling van DTO tegelijkertijd onvoldoende gemotiveerd is toegelicht, zal daaraan voorbij worden gegaan.
4.16.
DTO heeft ter zitting aangegeven dat zij zich niet langer beroept op NL 998 vanwege de in 2.2. genoemde omstandigheden, zodat de vorderingen op die grondslag niet langer beoordeling behoeven.
proceskosten
4.17.
DTO zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Partijen zijn het erover eens dat deze zaak dient te worden gekwalificeerd als een normale zaak in de zin van de Indicatietarieven octrooizaken (rechtbank Den Haag). De kosten gemaakt aan de eerst bij conclusie van dupliek in reconventie opgeworpen grondslag onrechtmatig handelen, worden begroot op nihil. Aan de zijde van CNC worden de proceskosten in conventie bijgevolg begroot op (1/2 x € 75.000,-- =) € 37.500,--, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zoals gevorderd.
in reconventie
bevoegdheid
4.18.
De rechtbank is op grond van artikel 8 lid 3 jo. 24 lid 4 Brussel I bis-Vo internationaal bevoegd van de vorderingen jegens DTO kennis te nemen. Daarmee bestaat ook bevoegdheid voor het treffen van voorlopige voorzieningen in de zin van artikel 35 Brussel I bis-Vo. De exclusieve relatieve bevoegdheid volgt uit artikel 80 lid 1 sub a en 80 lid 2 sub b ROW.
vorderingen
4.19.
Nu de inbreukvordering van DTO in conventie bij eindvonnis wordt afgewezen, behoeft op het provisioneel gevorderde niet te worden beslist. De aanvankelijk gevorderde vernietiging van NL 998 is ter zitting ingetrokken. Aan de voorwaarde die CNC ter zitting heeft verbonden aan haar vordering tot vernietiging van NL 086, wordt gelet op het inbreukoordeel in conventie niet voldaan, zodat daar ook niet op hoeft te worden beslist. Datzelfde geldt voor de voorwaarde waaronder de gevorderde verklaring voor recht is ingesteld.
4.20.
DTO zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Gelet op hetgeen hiervoor in 4.17. is overwogen en beslist wordt die vergoeding bepaald op € 37.500,--, bij niet-betaling vermeerderd met de wettelijke rente. De kostenveroordeling zal als gevorderd uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt DTO in de proceskosten in conventie, aan de zijde van CNC tot op heden begroot op € 37.500,--, bij niet-(tijdige)betaling te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.3.
verklaart de kostenveroordeling onder 5.2. uitvoerbaar bij voorraad.
in reconventie
5.4.
verstaat dat op het provisioneel gevorderde niet behoeft te worden beslist;
5.5.
verstaat dat aan de voorwaarden waaronder de vorderingen in de hoofdzaak in reconventie zijn ingesteld, niet wordt voldaan;
5.6.
veroordeelt DTO in de proceskosten in reconventie, aan de zijde van CNC tot op heden begroot op € 37.500,--, bij niet-(tijdige)betaling te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.7.
verklaart de kostenveroordeling onder 5.6. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen, mr. M. Knijff en mr. ir. H. Meinders en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2023.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
3.Rijksoctrooiwet 1995
4.Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag)
5.Vergelijk HR 4 april 2014, ECLI:NL:HR:2014:816 (Medinol v. Abbott), zie met name r.o. 3.4.1-3.5.2; HR 5 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:196 (Bayer v. Sandoz); HR 8 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:854 (Resolution v. AstraZeneca c.s.)