ECLI:NL:RBDHA:2023:15395
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een Soedanese nationaliteit houder, tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris heeft dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, die bepaalt dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft aangevoerd dat hij een reëel risico loopt op (indirect) refoulement bij een overdracht naar Frankrijk, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat het beschermingsbeleid in Frankrijk fundamenteel verschilt van dat in Nederland. De rechtbank wijst erop dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, wat betekent dat men ervan uitgaat dat Frankrijk zijn internationale verplichtingen nakomt. Eiser heeft geen voldoende concrete aanknopingspunten aangedragen die zijn stelling onderbouwen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt het besluit van de staatssecretaris. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.