ECLI:NL:RBDHA:2023:15380
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bezwaarschrift mvv aanvraag
In deze zaak hebben eisers, [naam 1] en [naam 2], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op hun bezwaarschrift tegen de afwijzing van een aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) door referent Muhammad Zaman Abdul Qadir. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is als verweerder aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn waarbinnen verweerder op het bezwaarschrift moest beslissen, is verstreken. Eisers hebben op 29 maart 2022 hun bezwaarschrift ingediend, en na een ingebrekestelling op 13 oktober 2022 hebben zij op 21 november 2022 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken op het bezwaar van eisers. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100 per dag verbeurt voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat verweerder in de proceskosten van eisers moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 418,50 en het door eisers betaalde griffierecht van € 184 moet vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. H. Remerie, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.