Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] en [eiser], eisers
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
9 november 2023.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen de brieven van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 10 en 15 maart 2023, waarin werd meegedeeld dat de uiterste overdrachtsdatum voor hun asielaanvragen niet was verstreken. De rechtbank heeft de beroepen op 22 september 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van zowel eisers als verweerder aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de brieven geen besluiten zijn in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat deze niet gericht zijn op rechtsgevolg. De rechtbank is daarom onbevoegd om kennis te nemen van de beroepen en komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de beroepsgronden van eisers.
Eisers hadden eerder asielaanvragen ingediend, die door verweerder niet in behandeling waren genomen op basis van de verantwoordelijkheid van Italië. De rechtbank Utrecht had eerder de besluiten van verweerder vernietigd en verweerder opgedragen om nieuwe besluiten te nemen. De rechtbank legt uit dat de brieven van 10 en 15 maart 2023 enkel mededelingen zijn over de status van de overdrachtstermijn, die door een eerdere voorlopige voorziening was opgeschort. De rechtbank benadrukt dat het rechtsgevolg voortvloeit uit de beslissing van de Afdeling en niet uit de mededeling van verweerder.
De rechtbank concludeert dat de brieven niet als besluiten kunnen worden aangemerkt en dat eisers geen proceskostenvergoeding ontvangen. De uitspraak is gedaan door rechter E. Hoekstra, in aanwezigheid van griffier C.L.M. Celie, en is openbaar gemaakt. Partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.