2.11.Ook de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZA) heeft onderzoek gedaan naar de administratie en wijze van declareren van zorg door [gedaagde 1] in de periodes januari 2019 (48 zorgdossiers) en januari 2020 (45 zorgdossiers). Dit heeft geleid tot een aanwijzing op grond van artikel 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (hierna: Wmg), inhoudende dat [gedaagde 1] per direct diende te stoppen met het in rekening brengen van zorg die niet of niet volledig is geleverd en binnen een periode van drie maanden een admistratie moest voeren die volledig, juist en actueel is en op basis waarvan een “audit trail” mogelijk is. In de brief van 1 maart 2021 waarin deze aanwijzing is gegeven, heeft de NZA haar bevindingen voor zover relevant als volgt omschreven:
“a) Administratieverplichtingen (artikel 36 Wmg)(…)
Voor beoordeling van de vraag of sprake is van een volledige administratie wordt het volgende getoetst:
Zijn de volgende documenten aanwezig:
- Indicatie/zorgplan- Rooster/planning- Rapportage
- Declaratieoverzicht/factuur
In vrijwel alle dossiers ontbreekt een rapportage. In vrijwel alle dossiers ontbreekt daarnaast een rooster of planning. (…)
Voor beoordeling van de vraag of sprake is van een juiste administratie worden daarnaast de volgende toetspunten gehanteerd:
de uren uit de indicatie/zorgplan komen overeen met de planning en met het gedeclareerde;
als uren afwijken (m.a.w. als er verschil bestaat tussen uren in indicatie en rooster enerzijds en factuur anderzijds), is dit navolgbaar in de rapportage en/of de gecorrigeerde planning.
Het aantal zorgmomenten (frequentie) uit de indicatie komt overeen met het rooster en de rapportage.
De inhoud van de zorgmomenten uit de indicatie komt overeen met het rooster en de rapportage.
Als gezegd, hebben we vastgesteld dat vrijwel alle – 92 van de 93 – dossiers onvolledig zijn. In veel gevallen leidde dit ertoe dat het niet mogelijk was de juistheid van de administratie vast te stellen. Dit geldt voor 26 van de 48 dossiers uit 2019 en 38 van de 45 dossiers uit 2020. In de gevallen waar we dit wel vast konden stellen, bleek uw administratie niet juist. Dit geldt voor 22 van de 48 dossiers uit 2019 en 7 van de 45 dossiers uit 2020. Dit betekent ook, anders gezegd, dat wij in geen enkel dossier hebben kunnen vaststellen dat de administratie juist was.
(…)
Voor een actuele administratie gelden de volgende toetspunten:
a. De eerste indicatie is getekend door client en wijkverpleegkundige binnen een week na eerste datum zorglevering.
b. De indicatie is geldig in de gevraagde onderzoeksperiode.
Voor 42 van de 48 dossiers uit 2019 geldt dat de gevoerde administratie niet actueel bleek op (een van) bovenstaande toetspunten, voor 2 dossiers konden wij dit niet beoordelen (om de eerdergenoemde reden dat de betreffende dossiers onvolledig waren). Met betrekking tot de 45 dossiers uit 2020 stellen wij vast dat in 31 gevallen dossiers niet actueel zijn op (een van) bovenstaande toetspunten.
b) verbod op declareren van niet geleverde zorg (artikel 35 Wmg)
(…)
Met betrekking tot het verbod om zorg in rekening te brengen die niet of niet volledig is geleverd, wordt getoetst (identiek aan toetspunt onder ‘juiste administratie’);
a.
a) de uren uit de indicatie/zorgplan komen overeen met de planning en met het gedeclareerde;
b) als uren afwijken (m.a.w. als verschil bestaat tussen uren in indicatie en rooster enerzijds en factuur anderzijds), is dit navolgbaar in de rapportage en/of gecorrigeerde planning.
In aanvulling daarop wordt beoordeeld, voor de vraag of sprake is van een overtreding van artikel 35 Wmg, of de afwijking erop ziet dat de gedeclareerde uren hoger (en niet: lager) zijn dan de geplande uren, in andere woorden: of u meer zorg in rekening heeft gebracht dan aantoonbaar is geleverd.
In januari 2019 is in 20 van de 48 dossiers aantoonbaar meer uren in rekening gebracht dan is geïndiceerd. In januari 2020 geldt voor 5 van de 45 dossiers dat aantoonbaar meer uren in rekening zijn gebracht dan is geïndiceerd. Doordat een rapportage en/of rooster/planning ontbrak, is een afwijking van de declaratie ten opzichte van de indicatie in deze gevallen niet navolgbaar. De administratie bevatte, in andere woorden, geen verklaring voor deze afwijking. Uit uw administratie blijkt, met andere woorden, dat er zorg in rekening is gebracht die niet (aantoonbaar) is geleverd.
Beoordeling
De NZa is op grond van de bevindingen van oordeel dat [gedaagde 1] artikel 35 en 36 overtreedt, inclusief de op deze bepalingen gebaseerde artikelen 4.1 en 4.2 van de Regeling Verpleging en Verzorging (NR/REG-2002).”