ECLI:NL:HR:2013:BZ0517
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Verkoop door curator van onderhanden werk en de gevolgen voor de boedel
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 maart 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Wilhelmus Hendrikus Johannes Maria Haafkes, curator in het faillissement van Prowi Project- en Winkelinterieurs B.V. De curator vorderde schadevergoeding van Doli Beheer B.V. en Lido Beheer B.V. wegens onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking, na de verkoop van onderhanden werk door de curator. De zaak is ontstaan na het faillissement van Prowi Project- en Winkelinterieurs B.V. op 18 en 20 september 2002, waarbij de curator op 11 oktober 2002 activa verkocht aan Prowi Interieur v.o.f. Na de verkoop werden er facturen verstuurd voor werkzaamheden die vóór het faillissement waren verricht, wat leidde tot een aangifte van faillissementsfraude door de curator. De rechtbank had de vordering van de curator toegewezen, maar het hof had deze vordering afgewezen, met de overweging dat de curator niet had aangetoond dat de boedel schade had geleden door de betalingen aan de kopers. De Hoge Raad vernietigde het arrest van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat de enkele omstandigheid dat de debiteuren niet bevrijdend aan Prowi Interieur v.o.f. hadden betaald, niet voldoende was om te concluderen dat de curator geen schade had geleden. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van curatoren en de gevolgen van onrechtmatige handelingen na een faillissement.