Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiser op 15 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 23 maart 2022 was ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Eiser had op 23 maart 2022 een asielaanvraag ingediend, en na onderzoek door verweerder werd op 21 december 2022 meegedeeld dat de aanvraag in de nationale procedure zou worden behandeld. De beslistermijn zou oorspronkelijk op 21 juni 2023 eindigen, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd tot 21 maart 2024. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat deze verlenging rechtsgeldig is. Aangezien de ingebrekestelling van eiser op 14 juli 2023 te vroeg was ingediend, was de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn asielaanvraag kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.