ECLI:NL:RBDHA:2023:1476
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Italië onder Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die Eritrese nationaliteit heeft. Eiser had op 12 juni 2022 een asielaanvraag ingediend in Nederland, maar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 2 februari 2023 is eiser, ondanks een voorafgaand bericht, niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat Italië in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, en dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft beroepen. Eiser heeft niet kunnen aantonen dat er beletselen zijn voor overdracht aan Italië, ondanks zijn vrees voor onvoldoende opvangfaciliteiten daar.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht heeft gesteld dat er geen beletselen zijn voor de overdracht van eiser aan Italië. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.