ECLI:NL:RBDHA:2023:14572

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
31 augustus 2023
Publicatiedatum
28 september 2023
Zaaknummer
NL23.18429 en NL23.18430
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige identiteit en herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 31 augustus 2023, is het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben en tot de Ogaden stam te behoren, heeft op 4 november 2021 een asielaanvraag ingediend. De aanvraag is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de gestelde identiteit en herkomst van eiser ongeloofwaardig werden geacht. De rechtbank heeft de zaak op 22 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als die van verweerder aanwezig waren.

Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met een verhaal over een bomaanslag in 2018 en de moord op zijn vader en broer door Al Shabaab. Hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Somalië. De rechtbank oordeelt dat verweerder de asielaanvraag terecht heeft afgewezen, omdat eiser zijn identiteit en herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. De rechtbank wijst erop dat de taalanalyse niet overeenkomt met de gestelde herkomst van eiser en dat de overgelegde geboorteakte niet de waarde heeft die eiser eraan hecht. De rechtbank concludeert dat er geen grond is voor het treffen van een voorlopige voorziening en verklaart het beroep ongegrond.

De uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, (voorzieningen)rechter, en mr. N.F. van der Gouw, griffier. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.18429 (beroep)
NL23.18430 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser] , eiser/verzoeker, hierna: eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. R.J. Portegies),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.H. Noorderloos).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Daarnaast beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek van eiser om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1
Eiser stelt de Somalische nationaliteit te hebben, te behoren tot de Ogaden stam en te zijn geboren op [datum 1] 2005. Eiser is ook bekend onder de aliassen [alias 1] , geboren op [datum 1] 2005, [alias 1] , geboren op [datum 2] 2005, [alias 2] , geboren op [datum 3] 2005 en [alias 3] , geboren op [datum 4] 2005, allen met de Somalische nationaliteit. Eiser heeft op 4 november 2021 een aanvraag tot het verlenen van een asielvergunning ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 19 juni 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.2
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 22 augustus 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben de gemachtigden van eiser en verweerder deelgenomen.

Totstandkoming van het besluit

2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat er in 2018 een bomaanslag was, vlakbij waar eiser aan het voetballen was. Op diezelfde dag zijn eisers vader en broer vermoord door leden van Al Shabaab. Eisers twee oudere broers zijn vijf dagen na zijn vertrek ook meegenomen door Al Shabaab, maar zij zijn na zes maanden ontsnapt. Twee dagen na de bomaanslag en de moord op eisers vader en oudste broer is eiser vertrokken uit Somalië. Eisers moeder is met zijn broertjes en zusjes naar een afgelegen gebied vertrokken en leeft een nomadenbestaan. Eiser vreest bij terugkeer naar Somalië voor zijn leven.
2.1
Verweerder heeft de volgende elementen van eisers asielrelaas als relevant aangemerkt:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Problemen met Al Shabaab in het dorp waar eiser woonde;
Discriminatie vanwege stamafkomst.
2.2
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c, van de Vw. Verweerder gelooft eisers gestelde Somalische nationaliteit, maar heeft de aanvraag afgewezen omdat verweerder eisers gestelde identiteit en herkomst niet gelooft. Eiser kan zijn identiteit op geen enkele wijze met documenten aantonen en hij heeft dit ook niet op een andere manier aannemelijk gemaakt. Verder is uit de informatie van de Italiaanse autoriteiten gebleken dat eiser onder verschillende aliassen geregistreerd staat, waardoor wordt getwijfeld aan eisers identiteit. Dat eiser stelt dat hij in Italië erg in de war was en bang was voor Al Shabaab, maakt dit niet anders. De door eiser verstrekte informatie over zijn gestelde herkomstgebied is daarbij zo algemeen dat hij zijn herkomst niet aannemelijk heeft gemaakt. Uit de resultaten van de afgenomen taalanalyse blijkt dat eiser niet eenduidig te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Zuid-Somalië. Eisers Somalisch komt overwegend overeen met Somalisch zoals gangbaar is in Noord-Somalië, waardoor eisers verklaringen over zijn Zuid-Somalische herkomst ongeloofwaardig worden geacht.
Omdat eiser zijn herkomst en identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt, heeft verweerder de overige elementen van eisers asielrelaas niet beoordeeld.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de asielaanvraag van eiser terecht heeft afgewezen omdat verweerder eisers gestelde identiteit en herkomst ongeloofwaardig heeft kunnen achten. De rechtbank legt hieronder, aan de hand van de aangevoerde beroepsgronden, uit hoe zij tot dat oordeel is gekomen.
Heeft verweerder de identiteit en herkomst van eiser ongeloofwaardig kunnen achten?
4. Eiser voert allereerst aan dat al wat hij in de zienswijze heeft aangevoerd als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. De rechtbank stelt vast dat verweerder in het bestreden besluit gemotiveerd is ingegaan op wat eiser heeft aangevoerd in de zienswijze. Zonder nadere onderbouwing wat daaraan onjuist of onvolledig is, kan de enkele herhaling van de zienswijze in beroep niet tot vernietiging van het bestreden besluit leiden. Dit betoog treft daarom geen doel.
5. De rechtbank stelt vast dat verweerder aanneemt dat eiser de Somalische nationaliteit heeft. Verweerder heeft om eisers herkomst vast te stellen een taalanalyse verricht. Uit de resultaten van de taalanalyse blijkt dat eiser niet eenduidig te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Zuid-Somalië, waar eiser vandaan stelt te komen. Eisers Somalisch strookt volgens de taalanalyse niet met wat gangbaar is in zijn gestelde herkomstgebied. Eiser heeft tegen de resultaten van dit onderzoek geen contra-expertise ingebracht. Verweerder mocht daarom uitgaan van de resultaten van de taalanalyse en de gestelde herkomst van eiser ongeloofwaardig achten.
6. De rechtbank is van oordeel dat ook de in beroep overgelegde gestelde geboorteakte niet maakt dat verweerder eisers identiteit en herkomst geloofwaardig hoeft te achten. Zoals verweerder terecht stelt, kan aan de verklaringen van de ambassade en daarmee de overgelegde geboorteakte niet de waarde worden gehecht die eiser daaraan gehecht wil zien. De rechtbank volgt daarin verweerders motivering ter zitting dat uit
IB 2022/97 Consulaire verklaringen Ambassade Somaliëvolgt dat de Somalische ambassade in Brussel consulaire verklaringen afgeeft waarin niet wordt gespecificeerd om wat voor (bron)documenten het gaat. Gebleken is dat dergelijke verklaringen met regelmaat worden afgegeven op basis van bijvoorbeeld een Nederlands verblijfsdocument, een COA-pasje, een Belgisch rijbewijs en dergelijke. Daarom kan er niet enkel op basis van dit document worden uitgegaan van de persoonsgegevens op deze afgegeven verklaring. Hier komt bij dat, zoals verweerder terecht stelt, de zinsnede onderaan de overgelegde geboorteakte “Document issued on the request of the applicant after having verified the source & validity of the applicant’s official IDs” niet strookt met eisers eigen verklaringen in het aanmeldgehoor dat hij geen officiële identificerende documenten heeft. De rechtbank acht het daarom ook niet meer nodig om in te gaan op eisers argument ter zitting dat een onderbouwing van het positief advies van het onderzoek van Bureau Documenten noodzakelijk is.
7. Volgens vaste rechtspraak [1] hebben de asielmotieven van een vreemdeling slechts betekenis tegen de achtergrond van zijn gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst. Omdat verweerder eisers identiteit en herkomst niet geloofwaardig heeft mogen achten, heeft verweerder terecht eisers asielrelaas niet inhoudelijk beoordeeld.

Conclusie en gevolgen

8. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Het beroep is ongegrond.
9. Omdat de rechtbank beslist over het beroep van eiser en het ongegrond verklaart, is er geen grond meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat in beide zaken geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.P.W. van de Ven, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. N.F. van der Gouw, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan, voor wat betreft de hoofdzaak, hoger beroep worden ingesteld bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van
bekendmaking.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 24 december 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:4061) en van 6 februari 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:292).