Uitspraak
uitspraak van de rechtbank van 1 september 2023 op het beroep in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Met betrekking tot artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft verweerder het volgende overwogen. Eiser heeft familieleven met referent en privéleven in Nederland, maar dit betekent niet zonder meer dat hij recht heeft op een verblijfsvergunning. Verweerder heeft de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM is in eisers nadeel uit laten vallen. Eiser is tijdens de bezwaarfase in eerste instantie niet gehoord. In het licht van een uitspraak van de hoogste bestuursrechter heeft verweerder eiser alsnog gehoord. [4] Vervolgens heeft verweerder een aanvullend besluit genomen waarbij het standpunt dat de afwijzing van de aanvraag geen strijd oplevert met artikel 8 van het EVRM wordt gehandhaafd.