Overwegingen
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 2004 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben.
2. Eiser zit in vreemdelingenbewaring op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw. Op grond van artikel 59, derde lid, van de Vw wordt de bewaring beëindigd zodra de vreemdeling te kennen geeft Nederland te willen verlaten en hiertoe voor hem ook gelegenheid bestaat. Op grond van het vijfde lid duurt de bewaring krachtens het eerste lid niet langer dan zes maanden. Op grond van artikel 59, zesde lid, van de Vw kan de bewaring ten hoogste met nog eens twaalf maanden worden verlengd, indien de uitzetting, alle redelijke inspanningen ten spijt, wellicht meer tijd zal vergen, op grond dat de vreemdeling niet meewerkt aan zijn uitzetting of de daartoe benodigde documentatie uit derde landen nog ontbreekt.
3. Verweerder moet in het verlengingsbesluit volgens het beleid van paragraaf A5/6.8
van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) nagaan of er voldaan is aan de voorwaarden voor
verlenging, of er nog voldoende gronden voor de bewaring zijn, of de bewaring voor de
vreemdeling onredelijk bezwarend is en of er zicht op uitzetting bestaat. Als dit voldoende
gemotiveerd is, wordt hiermee voldaan aan alle uit de Terugkeerrichtlijnen het arrest
Mahdivoortvloeiende vereisten voor het nemen van een verlengingsbesluit. Er hoeft geen
aparte verzwaarde belangenafweging plaats te vinden bij het bepalen of de maatregel van
bewaring verlengd mag worden.
Voorwaarden voor verlenging
4. De rechtbank volgt niet eisers stelling dat het voornemen geen enkele reden of grond bevat om de maatregel te kunnen verlengen. In het gesprek dat heeft plaatsgevonden op 7 augustus 2023, waarin de regievoerder het voornemen met eiser heeft besproken, heeft de regievoerder immers meegedeeld dat eiser niet volledig en actief meewerkt aan zijn terugkeer en dat hij geen reis- dan wel identiteitsdocumenten heeft. Deze twee voorwaarden voor verlenging zijn ook genoemd in het verlengingsbesluit.
5. Eiser voert aan dat het verlengingsbesluit onrechtmatig is, omdat niet aan de voorwaarden die gelden voor verlenging is voldaan. Volgens eiser werkt hij namelijk voldoende mee aan zijn uitzetting en kan het feit dat documentatie ontbreekt niet meer worden tegengeworpen. Hij is immers op zeer jonge leeftijd uit Marokko vertrokken en er zijn daarom geen identiteitsdocumenten. De Laissez-Passer (hierna: LP) valt in redelijkheid niet meer te verwachten. Er is ook geen sprake van een redelijke inspanning van verweerder voor het verkrijgen van documentatie.
6. De rechtbank stelt vast dat aan de wettelijke voorwaarden voor de verlenging van de maatregel van bewaring is voldaan. Vast staat immers, zoals in het verlengingsbesluit is opgemerkt, dat eiser niet beschikt over een geldig document voor grensoverschrijding. Verweerder heeft terecht het ontbreken van benodigde documentatie uit het derde land aan de verlenging van de bewaring ten grondslag gelegd, omdat er ondanks verweerders inspanningen nog geen LP voor eiser is verstrekt. Uit het dossier blijkt dat verweerder maandelijks rappelleert bij de Marokkaanse autoriteiten. Verder blijkt hieruit dat de Algemeen Directeur van de Dienst Terugkeer & Vertrek op 5 juli 2023 en de Dienst Internationale Aangelegenheden op 12 juli 2023 aandacht heeft gevraagd voor lopende zaken, waaronder de zaak van eiser. De rechtbank volgt dan ook niet de stelling van eiser dat verweerder geen redelijke inspanning heeft geleverd voor het verkrijgen van documentatie. Verweerder werpt eiser daarnaast terecht tegen dat hij niet meewerkt aan zijn uitzetting, zodat er reeds hierom een grond voor verlenging van de bewaring bestaat. Uit het dossier blijkt dat eiser zelf geen inspanningen heeft verricht met het oog op zijn uitzetting of om het onderzoek naar zijn identiteit en nationaliteit te bespoedigen. Daarnaast heeft hij in zes vertrekgesprekken met de Dienst Terugkeer & Vertrek aangegeven niet te willen en kunnen terugkeren naar Marokko.
7. Het verlengingsbesluit verwijst naar de gronden van bewaring zoals opgenomen in de maatregel van 22 februari 2023. Niet is gebleken dat deze gronden, zoals die eerder door de rechtbank zijn getoetst, zich niet langer voordoen. Gelet hierop bestaat nog altijd het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken en de voorbereiding van het vertrek of de uitzettingsprocedure ontwijkt of belemmert.
8. Volgens verweerder is niet gebleken van omstandigheden waaruit blijkt dat de detentie voor eiser onredelijk bezwarend is geworden.De rechtbank stelt vast dat eiser geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere conclusie zouden moeten leiden.
9. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een uitspraak van 16 mei 2023geoordeeld dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat geen zicht op uitzetting binnen redelijke termijn naar Marokko bestaat. Het is de rechtbank niet gebleken dat daar op dit moment anders over moet worden gedacht. Niet is gebleken dat de Marokkaanse autoriteiten in het geheel geen LP’s meer zouden afgeven. Verweerder stelt terecht dat eiser heeft nagelaten voldoende concrete en verifieerbare gegevens te verstrekken ter onderbouwing van zijn gestelde identiteit en nationaliteit, terwijl dat van invloed is op de kans dat een LP wordt afgegeven. Ook stelt verweerder terecht dat eiser overigens niet bereid is gebleken om actief mee te werken aan zijn vertrek. Hierdoor heeft hij het proces onnodig vertraagd en dit komt voor zijn rekening. De stelling van eiser dat de Marokkaanse autoriteiten tot nu toe niet reageren op de rappels leidt niet tot een ander oordeel. Niet valt uit te sluiten dat wanneer eiser zijn volledige medewerking verleent aan hem alsnog binnen afzienbare termijn een LP zal worden afgegeven.
10. Tot slot leidt ambtshalve toetsing niet tot het oordeel dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek op enig moment onrechtmatig was.
11. Verweerder heeft in het verlengingsbesluit genoegzaam gemotiveerd dat aan alle uit de Vreemdelingenwet, de Terugkeerrichtlijn en het arrest Mahdi voortvloeiende vereisten voor het nemen van een verlengingsbesluit wordt voldaan.
12. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
13. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.