ECLI:NL:RBDHA:2023:14275

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 september 2023
Publicatiedatum
22 september 2023
Zaaknummer
NL23.18825
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de asielaanvraag van eiser in het kader van de Dublinverordening en het interstatelijk vertrouwensbeginsel

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 20 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had op 10 april 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat partijen daarmee instemden.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. Dit is gebaseerd op de Dublinverordening, die bepaalt dat een asielaanvraag niet in behandeling wordt genomen als een andere lidstaat verantwoordelijk is. In dit geval heeft Nederland een verzoek om overname aan Spanje gedaan, dat door Spanje is geaccepteerd. Eiser betoogt dat de staatssecretaris niet mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel vanwege problemen in Spanje met opvang en toegang tot de asielprocedure. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris zich terecht op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan beroepen, aangezien eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigen dat Spanje aan de internationale verplichtingen voldoet.

Eiser heeft ook aangevoerd dat zijn medische situatie bijzondere omstandigheden met zich meebrengt, waardoor zijn aanvraag onverplicht door de staatssecretaris in behandeling had moeten worden genomen. De rechtbank oordeelt dat deze stelling niet is onderbouwd en dat de staatssecretaris mag uitgaan van de veronderstelling dat eiser in Spanje adequate medische zorg zal ontvangen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te nemen en dat eiser kan worden overgedragen aan Spanje. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.18825

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 september 2023 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer [v-nummer], eiser

(gemachtigde: mr. M.L. Saija),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van 27 juni 2023, waarin de staatsecretaris de asielaanvraag van eiser van 10 april 2023 niet in behandeling heeft genomen, omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag.
1.1.
De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij een zitting niet nodig vindt en gevraagd of zij het daarmee eens zijn. Omdat partijen daarna niet om een zitting hebben gevraagd, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten en de zaak niet behandeld op een zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de aanvraag van eiser niet in behandeling had mogen nemen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Het beroep is ongegrond. De staatssecretaris mag voor Spanje uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Totstandkoming van het besluit
4. De Europese Unie heeft gezamenlijke regelgeving over het in behandeling nemen van asielaanvragen. Die staat in de Dublinverordening. Op grond van de Dublinverordening neemt de staatssecretaris een asielaanvraag niet in behandeling als is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. [2] In dit geval heeft Nederland bij Spanje een verzoek om overname gedaan. Spanje heeft dit verzoek geaccepteerd. Hierdoor staat de verantwoordelijkheid van Spanje voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser vast. [3]
Mag de staatssecretaris voor Spanje uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel?
5. Eiser betoogt dat de staatsecretaris voor Spanje niet mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er in Spanje problemen zijn met de beschikbaarheid van de opvang, met de voorzieningen binnen de opvang en met de toegang tot de asielprocedure. Eiser verwijst ter onderbouwing naar de AIDA-rapporten over het jaar 2021 [4] en 2022 [5] , een brief van Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) van 13 april 2023 en WhatsApp-correspondentie tussen de gemachtigde van eiser en een andere vreemdeling die naar Spanje zou zijn overdragen. Vrienden van eiser worden in Spanje ook geconfronteerd met problemen bij de toegang tot de opvang. De staatssecretaris heeft hier in het bestreden besluit onvoldoende op gereageerd, omdat hij slechts heeft verwezen naar een uitspraak van de rechtbank [6] die niet ingaat op de in het AIDA-rapporten vermelde opvangproblematiek.
Dat de staatssecretaris stelt dat eiser met betrekking tot de opvangvoorzieningen moet klagen bij de Spaanse autoriteiten, is volgens eiser niet redelijk. Dat eiser geen asielaanvraag heeft ingediend, betekent niet dat hij geen persoonlijke ervaring heeft met de kwaliteit van de asielprocedure. Daar komt volgens eiser nog bij dat er de Spaanse autoriteiten hem ten onrechte twee dagen hebben gedetineerd, terwijl daar geen aanleiding toe bestond omdat hij geen asielaanvraag had ingediend.
5.1.
De beroepsgrond slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat hij voor Spanje mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) is recent meermaals bevestigd dat ten aanzien van Spanje van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Onder andere in de uitspraak van de 27 januari 2023 [7] is geoordeeld dat het AIDA-rapport van april 2022 geen wezenlijk ander beeld schetst van de situatie in Spanje voor Dublinclaimanten dan uit de landeninformatie volgt die al bij de uitspraak van de Afdeling van 8 juli 2021 [8] betrokken is. In die uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat de situatie in Spanje niet maakt dat de staatssecretaris ten aanzien van Spanje niet meer kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De staatssecretaris had daarom geen aanleiding hoeven zien om in het bestreden besluit uitgebreid in te gaan op dat wat eiser over het AIDA-rapport over het jaar 2021 heeft aangevoerd. Ook stelt de staatssecretaris zich terecht op het standpunt dat het persoonlijk relaas van eiser geen concrete aanknopingspunten biedt waaruit blijkt dat ten aanzien van Spanje niet langer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. Verder heeft de staatsecretaris zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat uit de verklaring van eiser dat hij in Spanje twee dagen in detentie heeft gezeten, niet zonder meer de conclusie kan worden getrokken dat de Spaanse autoriteiten zich niet hebben gehouden aan de internationale verdragsverplichtingen. Niet is gebleken dat de gestelde detentie in Spanje, waar eiser illegaal verbleef, onrechtmatig en in strijd met internationale afspraken is geweest. De staatssecretaris stelt zich bovendien terecht op het standpunt dat indien eiser in Spanje wordt geconfronteerd met tekortkomingen bij de behandeling van zijn asielverzoek, in de opvangvoorzieningen, of anderszins, hij zich kan wenden tot de daartoe bevoegde autoriteiten om daarover te klagen. De stelling van eiser dat dit in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd, kan niet slagen. Eiser heeft immers niet onderbouwd dat de Spaanse autoriteiten hem niet zouden kunnen of willen helpen.
Had de staatsecretaris de asielaanvraag van eiser onverplicht aan zich moeten trekken?
6. Eiser betoogt dat de staatssecretaris zijn asielaanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening onverplicht aan zich had moeten trekken. Eiser stelt dat zijn medische problematiek tot bijzondere individuele omstandigheden zouden kunnen leiden, waardoor hij niet kan worden overgedragen aan Spanje. Volgens eiser ligt het op de weg van de staatssecretaris om daar onderzoek naar te doen.
6.1.
Dit betoog slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat de medische situatie van eiser op geen enkele wijze is onderbouwd. Dat had wel van hem verwacht mogen worden. Bovendien mag er op grond van het interstatelijk vertrouwensbeginsel van uit worden gegaan dat eiser, indien nodig, in Spanje medische zorg van een vergelijkbare kwaliteit zal ontvangen en dat deze zorg voor hem als Dublinclaimant ook toegankelijk zal zijn.

Conclusie en gevolgen

7. Het beroep is ongegrond. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht niet in behandeling genomen. Dat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te nemen en eiser mag overdragen aan Spanje. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Kompier, rechter, in aanwezigheid van E.J. Iflé, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.
2.Dit staat ook in artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
3.Dat volgt uit artikel 22, zevende lid, van de Dublinverordening.
4.Eiser wijst op het AIDA-rapport ‘Country Report: Spanje. 2021 Update’.
5.Eiser wijst op het AIDA-rapport ‘Country Report: Spanje. 2022 Update’.
6.ABRvS 26 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1248 en ABRvS 12 mei 2022, ECLI:NL:RVS:2022:1394.
7.ABRvS 27 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:364.
8.ABRvS 8 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1481.