ECLI:NL:RBDHA:2023:13986
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot Spanje
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A. Khalaf.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en overweegt dat de Staatssecretaris terecht heeft gesteld dat Spanje het verantwoordelijke land is. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet kan vertrouwen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Spanje, omdat hij vreest dat er geen opvang voor hem zal zijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de Staatssecretaris in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje, zoals bevestigd door eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de beslissing van de Staatssecretaris. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat in zijn specifieke geval niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser terecht buiten behandeling is gesteld en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.