ECLI:NL:RBDHA:2023:13986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 augustus 2023
Publicatiedatum
18 september 2023
Zaaknummer
NL23.19207
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot Spanje

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. A. Khalaf.

De rechtbank heeft de zaak behandeld en overweegt dat de Staatssecretaris terecht heeft gesteld dat Spanje het verantwoordelijke land is. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet kan vertrouwen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Spanje, omdat hij vreest dat er geen opvang voor hem zal zijn. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de Staatssecretaris in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Spanje, zoals bevestigd door eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de juistheid van de beslissing van de Staatssecretaris. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat in zijn specifieke geval niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan worden uitgegaan. De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser terecht buiten behandeling is gesteld en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL23.19207
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A. Khalaf),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. I. Vugs).

Procesverloop

Bij besluit van 3 juli 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.19208, op 1 augustus 2023 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Jafoute. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw); daarin is bepaald dat een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd niet in behandeling wordt genomen indien op grond van de Dublinverordening1 is vastgesteld dat een andere lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. In dit geval heeft Nederland vastgesteld dat Spanje het verantwoordelijke land is en bij Spanje een verzoek om terugname gedaan. Spanje heeft dit verzoek aanvaard.
2. Eiser voert aan dat niet uitgegaan kan worden van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Spanje. Eiser vreest dat er geen opvang is voor hem
1. Verordening (EU) nr. 604/2013.
als hij terugkeert in Spanje. Uit het AIDA landenrapport over Spanje 2022 (AIDA-rapport) volgt dat Dublinterugkeerders niet zeker zijn van een opvangplek. Sinds het einde van de coronaperiode is de situatie niet verbeterd. Ook volgt uit het AIDA-rapport dat sprake is van lange wachttijden en problemen bij registreren van asielaanvragen.
3. De rechtbank overweegt allereerst dat verweerder in zijn algemeenheid ten aanzien van Spanje mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Dit is bevestigd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) in de uitspraken van 8 juli 2021, van 27 januari 2023 en van 27 juli 2023. In laatstgenoemde uitspraak heeft de Afdeling ook het AIDA-rapport betrokken. Het ligt op de weg van eiser om aannemelijk te maken dat in zijn geval niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgegaan kan worden.
4. In wat eiser aanvoert, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat er in zijn situatie niet meer van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgegaan mag worden. Verweerder heeft het laatste AIDA-rapport over Spanje meegewogen bij het bestreden besluit. Dit blijkt ook uit het bestreden besluit. Verder wordt in het AIDA-rapport waarnaar eiser verwijst, pagina 65, geen wezenlijk ander beeld geschetst van de situatie in Spanje voor Dublinclaimanten dan uit de landeninformatie volgt die al bij de hiervoor genoemde uitspraken van de Afdeling, van 8 juli 2021 en van 27 januari 2023, is betrokken. Al in de “2019 Update” (p. 34) stond vermeld dat er problemen zijn met toegang tot de asielprocedure en opvangvoorzieningen in Spanje. Uit de “2022 Update” (p. 49 – 51 en 65) kan weliswaar worden afgeleid dat die problemen er nog steeds zijn, maar niet dat die zodanig zijn dat sprake is van structurele tekortkomingen die de hoge drempel van zwaarwegendheid van artikel 3 van het EVRM bereiken. Voor zover eiser vreest voor obstakels bij het “opnieuw” toegang krijgen tot de Spaanse asielprocedure, is daarom niet gebleken dat hij een reëel risico loopt om helemaal geen toegang te krijgen. Eiser heeft niet eerder een asielaanvraag ingediend in Spanje en met het expliciete claimakkoord garanderen de Spaanse autoriteiten dat zij het asielverzoek in behandeling zullen nemen. De detentie waarin eiser eerder in Spanje in heeft gezeten en waarover eiser heeft verklaard, hield verband met zijn illegale inreis in Spanje, en niet met een asielprocedure.
5. Indien eiser (onverhoopt) toch geen toegang zou krijgen tot de asielprocedure of opvang in Spanje, dan ligt het op zijn weg om zich daarover te beklagen bij de Spaanse (hogere) autoriteiten. Uit het AIDA-rapport (p. 65) blijkt juist dat het Spaanse Tribunal Superior de Justica de Spaanse autoriteiten meermaals heeft veroordeeld voor het weigeren van de toegang tot opvangvoorzieningen en dat de Spaanse autoriteiten naar aanleiding hiervan ook actie hebben ondernomen. Daarmee kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden gesproken van onverschilligheid van de zijde van de Spaanse autoriteiten tegenover de behandeling van asielzoekers/Dublinclaimanten.
6. Verweerder heeft de aanvraag terecht buiten behandeling gesteld. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Wilpstra - Foppen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
07 augustus 2023

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.