ECLI:NL:RBDHA:2023:13945
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. J. Kompier
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 15 september 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 13 juli 2023 afgewezen, met het argument dat Letland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 24 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Letland verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser, en dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft aangevoerd dat hij in Letland problemen heeft ondervonden, waaronder illegale pushbacks en slechte omstandigheden in detentie. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag aannemen dat Letland zijn verdragsverplichtingen nakomt. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat Letland niet aan zijn verplichtingen voldoet.
De rechtbank wijst erop dat de Europese Unie regelgeving heeft omtrent de behandeling van asielaanvragen, vastgelegd in de Dublinverordening. Eiser heeft niet aangetoond dat er structurele tekortkomingen zijn in de asielprocedure in Letland die het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondermijnen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris geen aanleiding had om de aanvraag van eiser onverplicht in behandeling te nemen op grond van bijzondere omstandigheden. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op vergoeding van proceskosten.