Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het e-mailbericht van [verweerster] van 17 april 2023 waarin zij bericht dat zij verweer wenst te voeren tegen het verzoek en zij vraagt om een mondelinge behandeling;
- het e-mailbericht van [verzoeker] van 10 juli 2023, met daarbij de reactieve bijlagen 6 tot en met 9;
- het bezwaar van [verweerster] tegen toelating van genoemde reactieve bijlagen in deze procedure en het daaraan gekoppelde verzoek om deze bijlagen bij de beoordeling van het verzoek buiten beschouwing te laten, kenbaar gemaakt met een e-mailbericht van diezelfde datum;
- de beslissing van de rechtbank van 10 juli 2023, inhoudende dat de reactieve bijlagen van [verzoeker] worden toegelaten en het bezwaar van [verweerster] dus wordt afgewezen.
2.De feiten
[verweerster] . Enig aandeelhouder van [verweerster] is [bedrijf 1] , gevestigd in Zwitserland (hierna: [bedrijf 1] ).
[verweerster] .
[verweerster] heeft in die procedure op 25 januari 2023 geconcludeerd voor antwoord. De zaak staat thans op de rol van de rechtbank voor ‘beraad mondelinge behandeling’. Teneinde een datum voor die mondelinge behandeling te bepalen, zijn bij partijen de verhinderdata opgevraagd voor het tweede kwartaal van 2024.
3.Het verzoek en het verweer
rechter-commissaris ten overstaan van wie dit verhoor zal moeten worden gehouden en voorts met bepaling van de dag waarop [verzoeker] uiterlijk een afschrift van het verzoekschrift en de daarop te geven beschikking aan [verweerster] en [naam 2] zal moeten doen toekomen.
[verzoeker] is begin 2000 gestart met de ontwikkeling van ‘Hydrogen Technology’, een technologie waarmee water in waterstof en waterstof vervolgens in energie kan worden geconverteerd. De bedoeling van [verzoeker] was deze technologie te gaan toepassen in de auto-industrie. In de jaren na 2000 heeft [verzoeker] de technologie doorontwikkeld, hetgeen heeft geleid tot de uitvindingen ‘Gas Collection Device and Method for Use Thereof’ en “Method and System of Cyclone Helix Thermo Hydrogen Apparatus’.
- een e-mailbericht van [naam 1] aan [naam 2] , waarbij [naam 1] de ontwerptekeningen van de uitvinding(en) met [naam 2] deelt en daarbij vermeldt dat het gaat om ‘very sensitive information’ en een ‘huge trust issue’;
- een vergelijking van een ontwerptekening die bij dat e-mailbericht is gevoegd met de tekening uit octrooiaanvraag II (zie hiervoor onder 2.6);
- een verklaring van een gemeenschappelijk contact van [verzoeker] en [naam 1] , [naam 4] ;
- het doorsturen door [naam 1] aan [naam 2] van een door [verzoeker] ingediende, maar nog niet gepubliceerde, aanvraag voor een Monegaskisch octrooi;
- een e-mailbericht van [naam 1] met als onderwerp ‘centrifugal document that I found from [verzoeker] [dit is [verzoeker] , aldus [verzoeker] ] files’;
- een aan de vanaf 25 november 2020 ingediende (octrooi)aanvragen voorafgaande, door [bedrijf 2] ingediende, aanvraag voor een Monegaskisch octrooi, dat een zeer slecht in elkaar gezette kopie is van voornoemde aanvraag voor een Monegaskisch octrooi van [verzoeker] .
- dat [naam 2] niet beschikt over de opleiding, kennis, ervaring en vaardigheden voor het doen van enige uitvinding, laat staan uitvindingen op het gebied waarop de (octrooi)aanvragen zien; de hoogste opleiding die hij heeft genoten is middelbare school en hij is actief geweest in de handel in luxe boten;
- dat [naam 1] opleidingen heeft gevolgd op het gebied van bedrijfskunde en marketing, hij geen technische en wetenschappelijke fysische achtergrond heeft en ook geen praktijkervaring in het doen van uitvindingen; [naam 1] is in dienst geweest van één van de ondernemingen van [verzoeker] en bekleedde toen een commerciële functie.
4.De beoordeling
(i) nader bewijs verzamelen in een al lopende bodemprocedure tegen [verweerster] , die de (octrooi)aanvragen waarvan zij thans houdster is, overgedragen heeft gekregen van [bedrijf 2] , een onderneming die mede door [naam 2] is opgericht;
(ii) het inschatten van zijn proceskansen in een eventuele procedure tegen [naam 2] zelf.
[verweerster] betoogt dat [naam 2] de uitvinding in kwestie zelf (dan wel samen met [naam 1] ) heeft gedaan, zonder gebruikmaking van enige kennis of uitvinderswerkzaamheid van [verzoeker] en hij op de (octrooi)aanvragen dus terecht staat vermeld als (mede)uitvinder. Van ontlening is dus geen sprake, aldus [verweerster] , en van onrechtmatig handelen van [naam 2] al evenmin.
fishing expeditionvan de kant van [verzoeker] .
- de beursgang van (het moederbedrijf van) [verweerster] te frustreren en investeerders in (het moederbedrijf van) [verweerster] te ontmoedigen door (het moederbedrijf van)
[verweerster] en betrokkenen bij die onderneming zwart te maken en onduidelijkheid te creëren over de vraag bij wie de rechten op de (octrooi)aanvragen berusten;
- [naam 2] , die in het verleden al vele malen door [verzoeker] is geïntimideerd en bedreigd, waarbij ook zijn echtgenote niet ongemoeid is gelaten, nog verder te schaden.
5.De beslissing
woonachtig aan de [adres]
1 februari 2024 om 13.30 uurten overstaan van de bij deze benoemde rechter-commissaris J.E. Bierling, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te Den Haag;