ECLI:NL:RBDHA:2023:13563
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf
In deze zaak hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. F.A. van den Berg, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op hun aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 1 september 2023 uitspraak gedaan zonder zitting, omdat verweerder geen verweerschrift heeft ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag op 20 september 2022 is ingediend en dat de beslistermijn van 90 dagen, die met drie maanden kon worden verlengd, op 19 maart 2023 is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. Eisers hebben verweerder op 29 maart 2023 rechtsgeldig in gebreke gesteld en hebben op 8 juni 2023 beroep ingesteld, wat tijdig is gebeurd.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken. Tevens is verweerder veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 100 per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat verweerder € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd en is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden geraadpleegd via rechtspraak.nl.