ECLI:NL:RBDHA:2023:13559
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming en belangenafweging in grensdetentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de vrijheidsontneming van eisers, die in detentie zijn geplaatst op basis van besluiten van 14 mei 2023. De rechtbank heeft de beroepen van eisers gegrond verklaard en de opheffing van de vrijheidsontnemende maatregelen bevolen met ingang van 7 juni 2023. De rechtbank oordeelde dat de eisers niet op de juiste wijze op de hoogte zijn gebracht van de redenen voor hun detentie en de procedures om hiertegen in beroep te gaan. Dit gebrek aan informatie werd als een schending van artikel 5.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) beschouwd. De rechtbank benadrukte dat, hoewel er een gebrek was in de informatievoorziening, dit niet automatisch leidde tot de conclusie dat de vrijheidsontneming onrechtmatig was. De rechtbank weegt de belangen van de grensbewaking tegen de persoonlijke omstandigheden van de eisers. De rechtbank concludeerde dat de voortzetting van de vrijheidsontneming in dit geval onrechtmatig was, omdat de eisers zich onveilig en gekwetst voelden door de behandeling in het detentiecentrum. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eisers toegewezen aan de verweerder, omdat de vrijheidsontnemende maatregelen onrechtmatig waren verklaard.