ECLI:NL:RBDHA:2023:13424
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake asielaanvraag door prematuur ingediende ingebrekestelling
In deze zaak heeft eiseres op 9 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die zij op 9 september 2022 had ingediend. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De wettelijke beslistermijn voor de asielaanvraag van eiseres eindigde oorspronkelijk op 9 maart 2023, maar door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is deze termijn verlengd tot 9 december 2023. De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was, en dat er op het moment van de ingebrekestelling op 21 juli 2023 nog geen termijn was verstreken. Hierdoor was de ingebrekestelling prematuur en kon het beroep van eiseres niet-ontvankelijk worden verklaard.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. R. de Mul, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak. De relevante wetgeving, waaronder de Algemene wet bestuursrecht en de Vreemdelingenwet 2000, is in de overwegingen van de rechtbank meegenomen.