Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], zonder bekende woon- of verblijfplaats, eiser
Procesverloop
Overwegingen
2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
3. Het bezwaar of beroep heeft van rechtswege mede betrekking op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. Dat staat in artikel 6:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.1 Het college heeft met het besluit van 16 juni 2023 het besluit van 17 april 2023 ingetrokken en volledig vervangen. De voorzieningenrechter stelt vervolgens vast dat het college met het besluit van 16 juni 2023 geheel aan het tegen het besluit van 17 april 2023 gerichte bewaar van eiser is tegemoet gekomen. Gelet op het bepaalde in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb had eiser daarom geen belang meer bij zijn bezwaar en is geen bewaar van rechtswege ontstaan. [2] Het college heeft daarom zijn bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard.
Het beroep3.2 Het beroep is ongegrond.
Het verzoek om een vovo3.3 Nu de voorzieningenrechter uitspraak doet op het beroep van eiser, bestaat er geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen.
Het verzoek om schadevergoeding3.4 De bestuursrechter is bevoegd op verzoek van een belanghebbende een bestuursorgaan te veroordelen tot vergoeding van schade die de belanghebbende lijdt of zal lijden als gevolg van een onrechtmatig besluit. Dat staat in artikel 8:88, eerste lid, onder a, van de Awb.
3.5 Voor zovereiser een verzoek om schadevergoeding heeft willen indienen, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Awb, wijst de rechtbank dat verzoek af. Van een onrechtmatig besluit op grond waarvan een aanspraak op schadevergoeding zou bestaan, is geen sprake. De voorzieningenrechter is immers van oordeel dat het college eisers bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De beslissing op bezwaar van 16 juni 2023 is daarom niet onrechtmatig.