ECLI:NL:RBDHA:2023:12886
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. van Nooijen
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een terugkeerbesluit en voorlopige voorziening in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen een terugkeerbesluit dat haar is opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Marokkaanse vrouw, is op 9 februari 2023 verplicht om binnen vier weken naar Marokko te vertrekken. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft op 28 augustus 2023 de zaak behandeld, waarbij partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld door eiseres niet in de gelegenheid te stellen haar zienswijze schriftelijk in te dienen. Eiseres heeft tijdens het gehoor voldoende gelegenheid gehad om haar persoonlijke omstandigheden mondeling naar voren te brengen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris op basis van de verklaringen van eiseres tijdens het gehoor mocht concluderen dat er geen belemmeringen waren voor haar terugkeer naar Marokko. Eiseres had geen rechtmatig verblijf in Nederland en had zich onttrokken aan het vreemdelingentoezicht.
Eiseres heeft ook aangevoerd dat het terugkeerbesluit in strijd is met artikel 8 van het EVRM en dat zij in aanmerking komt voor een verblijfsrecht op basis van het arrest Chavez-Vilchez. De rechtbank oordeelt echter dat deze beroepsgronden niet slagen, omdat eiseres een aparte aanvraag moet indienen voor een verblijfsrecht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.