ECLI:NL:RBDHA:2023:12625
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvragen en overdracht aan Frankrijk onder de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 31 juli 2023, zijn de beroepen van drie eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd behandeld. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvragen op 20 juni 2023 niet in behandeling genomen, omdat hij Frankrijk verantwoordelijk achtte voor de behandeling van deze aanvragen. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2023 behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Staatssecretaris.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staatssecretaris terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel heeft toegepast, wat inhoudt dat hij ervan uitgaat dat Frankrijk zijn internationale verplichtingen nakomt met betrekking tot de opvang van asielzoekers. Eisers voerden aan dat Frankrijk niet voldoet aan deze verplichtingen, onderbouwd met een AIDA-rapport en medische klachten van de eisers. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de argumenten van eisers niet voldoende waren om aan te tonen dat zij bij overdracht aan Frankrijk een reëel risico lopen op een behandeling die in strijd is met hun mensenrechten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris in dit geval geen aanleiding had om de asielaanvragen van eisers in behandeling te nemen op basis van bijzondere omstandigheden. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, wat betekent dat de asielaanvragen van eisers terecht niet in behandeling zijn genomen en dat zij worden overgedragen aan Frankrijk. De eisers krijgen geen vergoeding van hun proceskosten.