ECLI:NL:RBDHA:2023:12440
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen eerdere uitspraak inzake beslistermijn voor aanvraag in bestuursrechtelijke procedure
Op 15 augustus 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij opposante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A. Kortrijk, verzet heeft aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 29 juni 2023. In die eerdere uitspraak was het beroep van opposante kennelijk gegrond verklaard, waarbij de rechtbank verweerder opdroeg om binnen twintig weken een besluit te nemen op de aanvraag van opposante. Opposante was het niet eens met de opgelegde beslistermijn en stelde dat er eerst onderzoek gedaan had moeten worden naar de stand van zaken voordat een termijn kon worden opgelegd. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat het verzet ongegrond is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerdere uitspraak zonder zitting is gedaan, wat mogelijk is bij een kennelijk oordeel. De rechtbank heeft de argumenten van opposante niet gevolgd en geconcludeerd dat de beslistermijn van twintig weken terecht is opgelegd. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.