In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 8 augustus 2023, wordt het besluit tot verlenging van de maatregel van bewaring van de eiser beoordeeld. De maatregel was oorspronkelijk opgelegd op 18 januari 2023 en werd op 14 juli 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verlengd voor maximaal twaalf maanden. Eiser heeft tegen dit verlengingsbesluit beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 1 augustus 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de maatregel van bewaring rechtmatig heeft verlengd. De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet meewerkt aan zijn terugkeer en dat de benodigde documentatie uit een derde land nog ontbreekt. Eiser heeft zijn terugkeer onnodig vertraagd door niet mee te werken aan het vaststellen van zijn identiteit en heeft geen actieve handelingen verricht in het kader van zijn terugkeer. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris mag verwachten dat eiser actief meewerkt aan zijn vertrek.
Eiser betoogt dat er geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn, maar de rechtbank oordeelt dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en wijst ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.