ECLI:NL:RBDHA:2023:12251
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van eiser in het kader van de Dublinverordening met betrekking tot Frankrijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. De staatssecretaris had de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling daarvan. De rechtbank heeft het beroep, samen met een andere zaak, op 12 juli 2023 behandeld. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, heeft zijn bezwaren tegen de overdracht aan Frankrijk uiteengezet, maar de rechtbank oordeelt dat het besluit zorgvuldig tot stand is gekomen. De staatssecretaris heeft gemotiveerd dat Frankrijk verantwoordelijk is op basis van de Dublinverordening, en dat er geen aanwijzingen zijn dat eiser in Frankrijk een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met artikel 4 van het EU Handvest. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht van het interstatelijk vertrouwensbeginsel uitgaat en dat de bezwaren van eiser niet voldoende zijn om dit te weerleggen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te nemen en eiser mag overdragen aan Frankrijk. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.