In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A. Szirmai, heeft zijn aanvraag ingediend, maar deze is door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, niet in behandeling genomen. De reden hiervoor is dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser, zoals bepaald in de Dublinverordening. De rechtbank heeft op 18 juli 2023 de zaak behandeld, waarbij ook een tolk aanwezig was.
De rechtbank concludeert dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat de situatie in Frankrijk zodanig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden toegepast. Eiser heeft summier verwezen naar het AIDA-rapport (update 2022), maar dit biedt onvoldoende onderbouwing voor zijn vrees voor (indirect) refoulement. De rechtbank wijst erop dat de Franse autoriteiten hebben gegarandeerd dat het verzoek om internationale bescherming van eiser in behandeling zal worden genomen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de Dublinverordening en de verantwoordelijkheden van lidstaten bij de behandeling van asielaanvragen. De rechtbank bevestigt dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser, en dat er geen aanleiding is om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De uitspraak is openbaar gemaakt en biedt informatie over de mogelijkheid van hoger beroep.