ECLI:NL:RBDHA:2023:12175
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bewaring van vreemdeling en voortduren van de maatregel in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in een procedure over de voortduring van de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, van Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 3 mei 2023 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op zitting behandeld op 11 augustus 2023, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat er voldoende zicht op uitzetting is. Eiser heeft niet actief en volledig meegewerkt aan zijn uitzetting, wat een belangrijke factor is in de beoordeling van de rechtmatigheid van de bewaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende voortvarend handelt in de aanvraag voor een laissez passer bij de Marokkaanse autoriteiten. Eiser heeft weliswaar aangevoerd dat de aanvraag al geruime tijd loopt, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet leidt tot onrechtmatigheid van de bewaring.
De rechtbank heeft ook de rechtmatigheidsvoorwaarden van de maatregel van bewaring ambtshalve getoetst en geen gronden gevonden om de maatregel op te heffen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, rechter, en openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.