ECLI:NL:RBDHA:2023:11841
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel met betrekking tot Kroatië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris heeft de aanvraag op 28 april 2023 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk zou zijn voor de asielaanvraag. De rechtbank onderzoekt de argumenten van eiseres en de beroepsgronden die zij heeft aangevoerd.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de staatssecretaris in stand blijft. De rechtbank legt uit dat de staatssecretaris voldoende onderzoek heeft gedaan naar de situatie in Kroatië en dat er geen reden is om aan te nemen dat de rechten van eiseres in gevaar komen bij overdracht aan Kroatië. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel kan baseren.
Eiseres heeft aangevoerd dat het onderzoek van de staatssecretaris onvoldoende is en dat er risico's zijn voor Dublinclaimanten in Kroatië. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende informatie heeft verzameld en dat de zorgen van eiseres niet voldoende onderbouwd zijn. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht buiten behandeling heeft gesteld en dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.