Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De aanvraag is ingediend door Mamoun Alzaliq op 9 augustus 2022. De staatssecretaris had op grond van de Vreemdelingenwet 2000 binnen 90 dagen moeten beslissen, maar heeft de beslistermijn verlengd met drie maanden, waardoor de uiterste datum voor een besluit 7 februari 2023 was. Eiseres heeft de staatssecretaris op 9 maart 2023 in gebreke gesteld, waarna het beroep op 23 mei 2023 is ingesteld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep tijdig is ingediend en kennelijk gegrond is.
De rechtbank heeft eiseres vrijgesteld van griffierecht en heeft geoordeeld dat de staatssecretaris binnen vier weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Tevens is de staatssecretaris een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd, omdat de volledige termijn van artikel 4:17 van de Awb is verstreken. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van proceskosten, die zijn vastgesteld op € 418,50.
De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van de verbeurde dwangsommen en de proceskosten, en heeft de uitspraak openbaar gemaakt. Eiseres heeft de rechtbank verzocht om de staatssecretaris op te dragen alsnog binnen vier weken een besluit bekend te maken op de aanvraag, en de rechtbank heeft dit verzoek ingewilligd.