Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 6], eiseres
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. M.C.M.E. Schijvenaars, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op haar aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De aanvragen zijn op 11 november 2022 ingediend, maar de staatssecretaris heeft niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van 90 dagen beslist. Eiseres heeft de staatssecretaris op 6 juni 2023 in gebreke gesteld, waarna het beroep op 26 juni 2023 is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep tijdig is ingediend en kennelijk gegrond is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht heeft op vrijstelling van griffierecht, gezien haar financiële situatie. Tevens heeft de rechtbank overwogen dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, en dat de staatssecretaris in gebreke is gebleven. De rechtbank heeft de staatssecretaris opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken op de aanvragen van eiseres. Daarnaast is er een dwangsom van € 100 per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de staatssecretaris € 1.442 aan bestuurlijke dwangsommen heeft verbeurd, en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt op 2 augustus 2023.