ECLI:NL:RBDHA:2023:11463

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juli 2023
Publicatiedatum
2 augustus 2023
Zaaknummer
NL23.7887
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van geloofwaardigheid seksuele gerichtheid van eiseres uit Uganda

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 28 juli 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag beoordeeld. Eiseres, een Ugandese vrouw, heeft op 21 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de staatssecretaris op 14 maart 2023 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft op 23 mei 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als haar gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de afwijzing van de asielaanvraag voldoende heeft gemotiveerd. Eiseres stelt dat zij homoseksueel is en dat zij in Uganda vanwege haar geaardheid gevaar loopt. De rechtbank oordeelt echter dat de verklaringen van eiseres over haar seksuele gerichtheid niet geloofwaardig zijn. De staatssecretaris heeft de verklaringen van eiseres als summier en tegenstrijdig beoordeeld, en de rechtbank sluit zich hierbij aan. Eiseres heeft niet overtuigend kunnen uitleggen wat haar seksuele geaardheid voor haar betekent en heeft onvoldoende inzicht gegeven in haar persoonlijke ervaringen.

De rechtbank wijst erop dat, hoewel homoseksualiteit in Uganda strafbaar is, dit niet automatisch betekent dat eiseres bij terugkeer in Uganda te vrezen heeft voor vervolging. Aangezien de staatssecretaris de verklaringen van eiseres niet geloofwaardig acht, concludeert de rechtbank dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.7887

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juli 2023 in de zaak tussen

[eiseres] , v-nummer: [nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. E.W.B. van Twist),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

(gemachtigde: mr. M. Weerman).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft de Ugandese nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1997. Zij heeft op 21 augustus 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris heeft met het bestreden besluit van 14 maart 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 23 mei 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres voldoende gemotiveerd heeft afgewezen als ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiseres legt aan haar asielaanvraag – kort samengevat – ten grondslag dat zij homoseksueel is en dat zij dit in Uganda verborgen heeft moeten houden. Op een dag is eiseres betrapt door [partner] (haar partner), toen zij seks had met haar vriendin [vriendin] . Hierna heeft [partner] eiseres aangegeven bij de politie. Hierop is de politie naar haar ouderlijke huis gegaan en heeft een brief aan haar moeder gegeven waarin staat dat eiseres gezocht wordt omdat zij lesbisch is. Homoseksualiteit wordt in Uganda niet getolereerd en het is er ook wettelijk gezien niet toegestaan. Vervolgens heeft [vriendin] geregeld dat eiseres met [naam] Uganda kon verlaten. Bij terugkeer vreest eiseres voor een levenslange gevangenisstraf.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens de staatssecretaris de volgende relevante elementen:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst;
- Homoseksuele geaardheid;
- Betrapping.
De staatssecretaris acht de verklaringen van eiseres over haar identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. Aan de hand van werkinstructie 2019/17 [1] heeft de staatssecretaris de verklaringen van eiseres over haar gestelde seksuele gerichtheid en in verband daarmee de betrapping beoordeeld. De staatssecretaris stelt zich op het standpunt dat de verklaringen van eiseres dat zij homoseksueel is niet geloofwaardig zijn omdat zij hierover – kort gezegd – onvoldoende diepgaand, gedetailleerd en eenduidig heeft verklaard. Zo heeft eiseres summier, oppervlakkig en tegenstrijdig verklaard, waaruit geen persoonlijke ervaring blijkt. Zij heeft volgens de staatssecretaris niet overtuigend verklaard over wat de realisatie dat zij lesbisch is met haar deed. Daarnaast heeft zij niet overtuigend verklaard over haar relaties en kennis van LHBTI-groepen in het land van herkomst. Ook vindt de staatssecretaris de gestelde betrapping ongeloofwaardig. De redenen daarvoor zijn dat de seksuele geaardheid van eiseres ongeloofwaardig is en dat haar verklaringen over die betrapping ongeloofwaardig zijn.
Omdat het niet aannemelijk is dat eiseres bij terugkeer heeft te vrezen voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade, komt eiseres niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000. De staatssecretaris concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
Mogelijkheid van eiseres om zich te uiten/vasthouden aan beleid
6. Eiseres voert aan dat zij er moeite mee heeft om zich te uiten. Eiseres is in Polen slachtoffer van prostitutie geweest. Het misbruik heeft haar in seksueel opzicht veranderd. Zij kan niet voldoen aan de normen en eisen die de staatssecretaris stelt in dit soort zaken. Volgens eisers houdt de staatssecretaris in haar geval ten onrechte vast aan het beleid dat eist dat verklaringen worden afgelegd over (onder andere) gevoelens en kennis. Eiseres is geen gemakkelijke prater. En zij wordt gedwongen intieme onderwerpen te bespreken wat zij vanuit haar cultuur niet gewend is en ook niet kan als gevolg van haar gedwongen prostitutie in Polen. Eiseres kan daarom niet voldoen aan de normen en eisen die verweerder stelt in zaken waarbij de seksuele voorkeur een rol speelt.
Ook de verklaring “het niet zo goed begrijpen” dat zij zich aangetrokken voelde tot vrouwen is niet verbazingwekkend, gezien de jonge leeftijd en cultuur van eiseres. Anders dan het beleid voorschrijft, is het voor eiseres niet helder wanneer zij haar geaardheid heeft geaccepteerd. Dat is een lang proces, welke tot op heden nog doorgaat. Eiser voert verder aan dat zij best veel en voldoende gedetailleerd heeft verklaard. Dat zij niet alles weet en begrijpt is een andere kwestie. Het is ook begrijpelijk dat zij naar [vriendin] toe een ambivalente houding aanneemt, omdat zij aan de ene kant haar eerste liefde was en aan de andere kant is zij diegene geweest die haar naar Polen heeft laten brengen waar zij in de prostitutie terecht is gekomen. Zij weet dat [vriendin] hiervan niet op de hoogte was, maar dit neemt niet weg dat zij verwijten richting [vriendin] heeft. In dit licht zijn de afgelegde verklaringen over haar relatie met [vriendin] veel ingewikkelder dan wat in het beleid staat. Tot slot betoogt eiseres dat ervan moet worden uitgegaan dat zij is wie zij zegt te zijn en dat buiten discussie staat dat zij getoond heeft in Nederland een seksuele voorkeur voor vrouwen te hebben. Ter zitting heeft zij er in dit verband op gewezen dat zij verblijft op een speciale opvanglocatie voor homoseksuele asielzoekers.
6.1.
De rechtbank volgt eiseres niet in de stelling dat uit kan worden gegaan van de geloofwaardigheid van haar seksuele gerichtheid. De hele crux van het besluit is dat de gestelde seksuele gerichtheid niet wordt gevolgd. Het enkele feit dat eiseres, zoals ter zitting naar voren gebracht, in een speciale opvanglocatie zit vanwege haar gestelde seksuele gerichtheid, maakt het niet anders. Eiseres is op basis van haar eigen verklaringen in een speciale opvanglocatie geplaatst. De rechtbank begrijpt dat het Centraal orgaan opvang asielzoekers hiertoe – waarschijnlijk zorgvuldigheidshalve – is overgegaan, maar dit is gebeurd voorafgaand aan de toetsing van het asielrelaas van eiseres en heeft dus geen waarde, althans dat hoefde de staatssecretaris ter zitting niet tot een ander standpunt te brengen. Overigens heeft eiseres deze omstandigheid voor het eerst ter zitting naar voren gebracht. Gesteld noch gebleken is dat de staatssecretaris hiervan op de hoogte was.
6.2.
De rechtbank is verder van oordeel dat de staatssecretaris aan zijn (samenwerkings)verplichting(en) heeft voldaan en eiseres voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om te verklaren over haar gestelde homoseksuele gerichtheid. In het voornemen is door staatssecretaris toegelicht op welke wijze eiseres in staat is gesteld om daarover te verklaren. De staatssecretaris geeft aan in lijn te hebben gehandeld met Werkinstructie 2019/17 en eiser te hebben bevraagd over de volgende thema’s:
  • privéleven;
  • huidige en voorgaande relaties, contacten in het land van herkomst en contact met of kennis van LHBTI-groepen;
  • contact met LHBTI’s in Nederland en kennis van de Nederlandse situatie;
  • discriminatie, repressie en vervolging in land van herkomst.
Vooropgesteld moet worden dat, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State [2] , de staatssecretaris ook van een vreemdeling die afkomstig is uit een land waar men LHBTI-gerichtheid niet accepteert en waar dit mogelijk strafbaar is gesteld, mag verwachten dat er sprake is van een (denk)proces waar inzicht in kan worden gegeven. Dit is dan ook het uitgangspunt. De rechtbank benadrukt dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om te veronderstellen dat eiseres niet heeft kunnen verklaren. De omstandigheid dat eiseres in Polen het slachtoffer is geworden van prostitutie, betekent niet (zonder meer) dat zij ‘in seksueel opzicht is veranderd’ of dat zij niet zou kunnen verklaren over het proces over de ontdekking van haar seksualiteit in een periode die ruim daarvóór heeft plaatsgevonden. Eiseres heeft haar stelling in dit verband ook niet onderbouwd met objectieve (medische) stukken.
Uit het verslag van het nader gehoor volgt dat eiseres over de hiervoor genoemde thema’s is bevraagd en dat haar ruimschoots de gelegenheid is geboden om hierover te verklaren. De rechtbank stelt vast dat uit het verslag van het nader gehoor niet blijkt dat de hoormedewerker bij het stellen van vragen ervan is uitgegaan dat de ontdekking van de seksuele geaardheid en de acceptatie daarvan volgens een bepaald stramien moet verlopen. Uit het verslag van het nader gehoor blijkt, in tegenstelling tot wat eiseres betoogt, dat haar meermaals de gelegenheid is geboden om haar verklaringen nader toe te lichten. Verder is zij erop gewezen dat het belangrijk is om over haar gevoelens en gedachtes te verklaren zodat zij haar seksuele gerichtheid aannemelijk kan maken. Door de vraagstelling is getracht om meer inzicht te krijgen in het privéleven eiseres.
De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat eiseres desondanks geen inzicht heeft gegeven in haar proces en dat zij summier en oppervlakkig verklaart over haar homoseksualiteit. De rechtbank deelt ook het standpunt van de staatssecretaris over de relatie van eiseres met [vriendin] . Zo benoemt eiseres geen diepgaande gevoelens. De beschrijving van de gevoelens over [vriendin] en de relatie met haar blijven onpersoonlijk. Eiseres heeft het over “blije gevoelens”, “graag bij [vriendin] willen zijn”, “ [vriendin] willen aanraken”. Eiseres stelt dat zij wel gedetailleerd heeft verklaard, maar zij onderbouwt dit verder niet.
Kennis
7. Eiseres voert verder aan dat de staatssecretaris er ten onrechte van uit gaat dat een seksuele gerichtheid aannemelijk is gelet op de kennis daarover. Volgens eiseres stelt de staatssecretaris terecht dat zij weinig of geen kennis heeft van de wijze waarop de LHBTI-gemeenschap in Uganda zich een plaats probeert te verorden, maar zegt dit niets over de aannemelijkheid van haar gestelde seksuele gerichtheid. Eiseres is geen grote-stad-meisje, zij heeft de laatste jaren van haar tienerleven voor haar zieke broer gezorgd. Daarbij is van belang dat de moeder van eiseres het niet eens was met haar en ook ervoor heeft gezorgd dat zij met [partner] ging.
7.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. De staatssecretaris stelt zich terecht op het standpunt dat eiseres weliswaar juist heeft verklaard over de feitelijkheden in de wetgeving in Uganda, maar dat dit niet zwaarwegend genoeg is om te compenseren voor de onpersoonlijke, ongerijmde en summiere verklaringen van eiseres over haar persoonlijke belevingen. De staatssecretaris stelt terecht dat het zwaartepunt ligt op de persoonlijke beleving van eiseres en niet op feitelijkheden. Dat laatste is immers niet voorbehouden aan mensen met een homoseksuele of lesbische gerichtheid. Daaruit maakt de rechtbank niet op dat de staatssecretaris ervan uit gaat dat een seksuele gerichtheid aannemelijk is gelet op de kennis daarover.
Strafbaar
8. Eiseres voert verder aan dat zij bij terugkeer te vrezen heeft voor vervolging, omdat zij betrapt is met [partner] . Eiseres betoogt dat het van belang is hoe in Uganda homoseksualiteit wordt beleefd en welke gevolgen dat in de dagelijkse praktijk kan hebben. In Uganda is homoseksualiteit strafbaar gesteld en er wordt daar op gehandhaafd na ingekomen klachten van getuigen. Dit leidt tot een onmenselijke of mensonterende behandeling volgens eiseres.
8.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Weliswaar is homoseksualiteit in Uganda strafbaar gesteld, maar eiseres gaat hiermee voorbij aan het standpunt van de staatssecretaris dat haar verklaringen wat betreft haar seksuele geaardheid én de betrapping niet geloofwaardig zijn. De stelling dat in Uganda wordt gehandhaafd op ingekomen klachten, mag dan zo wel zijn, maar dat neemt niet weg dat zij daarover eerst geloofwaardige verklaringen moet afleggen. Nu de seksuele geaardheid en de betrapping van eiseres niet geloofwaardig worden geacht, bestaat er geen reden om aan te nemen dat eiseres bij terugkeer naar Uganda te vrezen heeft voor vervolging of voor een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM.

Conclusie en gevolgen

9. De staatssecretaris heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Rashid, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heeft een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Werkinstructie 2019/17, Horen en beslissen in zaken waarin LHBTI-gerichtheid als asielmotief is aangevoerd.
2.Zie onder meer de uitspraken van de Afdeling van 15 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1630, 4 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3300 en 19 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:556.