ECLI:NL:RBDHA:2023:11266
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en verantwoordelijkheidsverdeling onder de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 21 april 2023 afgewezen, met als reden dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft op 29 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Roemenië een reëel risico loopt op refoulement. De rechtbank stelt vast dat de Roemeense autoriteiten zich aan de Europese asielrichtlijnen en internationale verplichtingen houden, en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat de Roemeense autoriteiten niet in staat zijn om zijn asielaanvraag op een zorgvuldige manier te behandelen.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser niet voldoende individuele omstandigheden heeft aangetoond die een uitzondering op de Dublinverordening rechtvaardigen. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling hoeft te worden genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.