ECLI:NL:RBDHA:2023:10803
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in het vreemdelingenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 12 juli 2023, met zaaknummer NL23.18915, wordt de rechtmatigheid van de aan eiser opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is op 7 april 2023 opgelegd en is sindsdien al drie keer eerder getoetst. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 6 juli 2023 en heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig is. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R.C. van den Berg, heeft verzocht om schadevergoeding en stelt dat er geen zicht op verwijdering is.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De rechtbank oordeelt dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht op verwijdering is, maar de rechtbank ziet geen aanleiding om dit oordeel te delen. De identiteit van eiser is vastgesteld aan de hand van door hem overgelegde documenten, en er is een presentatie in persoon gepland bij de Egyptische ambassade op 14 juli 2023. De rechtbank concludeert dat er op dat moment geen reden is om aan te nemen dat er geen uitzicht is op verwijdering.
De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en verklaart het beroep ongegrond, waardoor de maatregel van bewaring in stand blijft. Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, rechter, in aanwezigheid van mr. N. El Amrani, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.