In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 19 juli 2023, wordt het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag om overbrenging vanuit Afghanistan naar Nederland behandeld. De minister van Buitenlandse Zaken had op 1 februari 2022 het verzoek van eisers afgewezen, en deze afwijzing werd bevestigd in een besluit op bezwaar van 28 december 2022. De rechtbank oordeelt dat eisers niet voldoen aan de criteria voor overbrenging, aangezien zij niet zijn opgeroepen tijdens de acute evacuatiefase en niet behoren tot de twee groepen waarvoor speciale voorzieningen zijn getroffen. De rechtbank stelt vast dat er geen ruimte is voor een individuele belangenafweging in deze zaak.
Eiser [eiser 1] had zich gepresenteerd als journalist en vrouwenrechtenactivist, maar de rechtbank concludeert dat zijn werkzaamheden niet voldoen aan de vereisten voor overbrenging. De rechtbank wijst erop dat het beleid van de minister, dat is neergelegd in een brief van 11 oktober 2021, voldoende ruimte biedt voor de minister om te bepalen wie in aanmerking komt voor overbrenging. De rechtbank benadrukt dat de mate van gevaar die een aanvrager stelt te lopen niet kan worden meegewogen in de beoordeling van de aanvraag.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de minister zich niet hoeft in te spannen om eisers over te brengen naar Nederland. Eiser krijgt geen vergoeding van de proceskosten. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.