Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 22 maart 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 21 september 2022 waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- de nagekomen producties aan de zijde van [eiser] ;
- de onttrekking van mr. T.J. de Vries op 17 april 2023.
2.De feiten
This agreement is established in the framework of financial support provided by Mr [eiser] [o] for the amount of 50.000 euro (Fifty Thousand euros) under the following conditions:
This agreement is established in the framework of financial support provided by Mr [eiser] [o] for the amount of 115.000,00 euros (One Hundred Fifteen Thousand euros) under the following conditions:
3.Het geschil
Primair
Subsidiair
Meer subsidiair
Meest subsidiair
Live Agent Training HZS” geleverd in het kader en voor de bijscholingen geboekt door [gedaagde] over de periode van 16 januari 2013 tot 16 januari 2018, alsmede 4,6% over de totale verkoopopbrengst gedurende voornoemde periode van de door [gedaagde] ontwikkelde generatie simulanten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
Inleiding
NJ2014/497 (
Van de Steeg/Rabobank), HR 25 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8991,
NJ2013/5 (
Ploum/Smeets II) en HR 29 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ7617,
NJ2008/606 (
Pouw/Visser).