ECLI:NL:RBDHA:2023:10583
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Niet-tijdig beslissen op asielaanvraag leidt tot kennelijk niet-ontvankelijk beroep
In deze zaak heeft eiser op 5 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 november 2022 was ingediend. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had recht op een beslissing binnen zes maanden, wat betekent dat de staatssecretaris uiterlijk op 2 mei 2023 had moeten beslissen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe termijn op 2 februari 2024 ligt.
De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is. Eiser heeft de ingebrekestelling op 15 mei 2023 ingediend, maar deze was te vroeg, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de uitspraak.