ECLI:NL:RBDHA:2023:10583

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
NL23.16427
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-tijdig beslissen op asielaanvraag leidt tot kennelijk niet-ontvankelijk beroep

In deze zaak heeft eiser op 5 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 2 november 2022 was ingediend. De rechtbank heeft de zaak zonder zitting behandeld op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiser had recht op een beslissing binnen zes maanden, wat betekent dat de staatssecretaris uiterlijk op 2 mei 2023 had moeten beslissen. Echter, door de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 is de beslistermijn verlengd met negen maanden, waardoor de nieuwe termijn op 2 februari 2024 ligt.

De rechtbank heeft eerder geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig is. Eiser heeft de ingebrekestelling op 15 mei 2023 ingediend, maar deze was te vroeg, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiser kan binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift indienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.16427

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. P.A.E. Engelen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 5 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 2 november 2022.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling is ontvangen.
2. Eiser heeft op 2 november 2022 een asielaanvraag ingediend. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) bedraagt de beslistermijn zes maanden. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 2 mei 2023 een beslissing had moeten nemen. De staatssecretaris heeft met de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 [1] de beslistermijn voor asielaanvragen met ingang van 27 september 2022 verlengd met negen maanden.
3. Deze rechtbank en zittingsplaats heeft in haar uitspraken van 21 maart 2023 [2] geoordeeld dat verweerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat op het moment van de inwerkingtreding van de WBV 2022/22 sprake was van een situatie, zoals bedoeld in artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw. De rechtbank ziet in hetgeen eiser heeft aangevoerd geen reden om in deze zaak van dit oordeel af te wijken. De verlenging van de beslistermijn is rechtsgeldig.
4. Het gevolg van de verlenging van de beslistermijn betekent in dit geval dat de beslistermijn rechtsgeldig is verlengd tot op 2 februari 2024. De ingebrekestelling van 15 mei 2023 is daarom te vroeg is ingediend en het beroep is te vroeg ingesteld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. S.S. van der Velde, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Besluit van 21 september 2022, nummer WBV 2022/22, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000, gepubliceerd in Staatscourant 2022 nr. 25775; in werking getreden op 27 september 2022.