In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2023 uitspraak gedaan in een kort geding waarin eiseres, een geheimhouder, vorderingen heeft ingediend met betrekking tot inbeslaggenomen digitale bestanden. Eiseres vorderde dat de inbeslaggenomen bestanden niet aan het Openbaar Ministerie ter beschikking zouden worden gesteld, maar enkel door een door haar aangewezen groep personen konden worden bekeken en onderzocht. De voorzieningenrechter oordeelde dat hij geen taak had om de rechter-commissaris aan te sturen in de procedure die volgt uit artikel 98 van het Wetboek van Strafvordering (Sv), ook al was er geen rechtsmiddel open tegen de beslissingen van de rechter-commissaris. De voorzieningenrechter verwees naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is bepaald dat de rechter-commissaris, indien hij niet in staat is zelf onderzoek te verrichten, dit kan laten doen door een functionaris, mits het verschoningsrecht niet in het gedrang komt. De vorderingen van eiseres werden afgewezen, omdat de voorzieningenrechter niet bevoegd was om in te grijpen in de procedure van de rechter-commissaris. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten.