ECLI:NL:RBDHA:2023:10351
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om bevordering tot kapitein met terugwerkende kracht in het ambtenarenrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om met terugwerkende kracht te worden bevorderd tot kapitein behandeld. Eiser, die de functie van Teamleider Targeting bij de Koninklijke Marechaussee vervulde, had verzocht om deze bevordering omdat hij meende dat de rang van kapitein beter paste bij zijn functie. Verweerder, de staatssecretaris van Defensie, had dit verzoek afgewezen op basis van een functiewaarderingsadvies en de hiërarchische structuur binnen de organisatie.
De rechtbank oordeelt dat verweerder in redelijkheid heeft kunnen afwijken van het functiewaarderingsadvies. Eiser had in de periode van 14 mei 2018 tot en met 26 november 2022 de functie van Teamleider Targeting vervuld, waarvoor de rang van eerste luitenant was vastgesteld. Eiser betwistte de afwijzing en stelde dat hij had mogen uitgaan van een eerder functiewaarderingsadvies uit 2017, dat de rang van kapitein aan zijn functie koppelde. De rechtbank concludeert echter dat verweerder de functie op basis van een functiewaarderingssysteem heeft gewaardeerd en dat de keuze voor de rang van eerste luitenant goed gemotiveerd was.
De rechtbank stelt vast dat de functie van Teamleider Targeting onderdeel uitmaakt van een hiërarchische structuur binnen de Koninklijke Marechaussee, waarbij de keuze voor de rang van eerste luitenant is gemaakt om de hiërarchie te behouden. De rechtbank oordeelt dat er geen grond is om eiser met terugwerkende kracht te bevorderen tot kapitein en verklaart het beroep ongegrond. Eiser heeft geen recht op vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.