ECLI:NL:RBDHA:2022:9588
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de toekenning van een Ziektewet-uitkering en de vaststelling van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Kessler Stichting en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een Ziektewet (ZW)-uitkering aan een ex-werkneemster. De Kessler Stichting, vertegenwoordigd door gemachtigde A.M. van den Heuvel, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv, waarin de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van de werknemer op 1 november 2019 is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van de werknemer onvoldoende heeft onderzocht en gemotiveerd. De rechtbank stelt vast dat de vaststelling van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag voornamelijk is gebaseerd op informatie van de werknemer zelf, zonder dat er voldoende medische gegevens zijn opgevraagd of beoordeeld. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het Uwv op om binnen 12 weken een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij het belang van de Kessler Stichting in acht moet worden genomen. Tevens wordt het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de Kessler Stichting.