ECLI:NL:RBDHA:2022:9562

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 september 2022
Publicatiedatum
21 september 2022
Zaaknummer
09/080405-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot de koop van vijf vuurwapens met medeplegen en uitlokking

Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot de koop van vijf vuurwapens, waarbij hij samen met een medeverdachte handelde. De zaak kwam aan het licht na een undercoveroperatie waarbij de verdachte en zijn medeverdachte in contact kwamen met een undercoveragent die zich voordeed als wapenleverancier. De verdachte heeft in de periode van 18 maart 2022 tot en met 29 maart 2022 e-mailberichten gestuurd en afspraken gemaakt over de aankoop van de wapens. Tijdens de zitting op 5 september 2022 heeft de officier van justitie, mr. B.A.C. Looijestein, de verdachte aangeklaagd, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. L. van Kleef, pleitte voor niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie op basis van vermeende schendingen van de procesorde.

De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van de officier van justitie bevestigd en het verweer van de verdediging verworpen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van onherstelbare vormverzuimen en dat de verdachte welbewust betrokken was bij de poging tot het verkrijgen van de vuurwapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte een nauwe en bewuste samenwerking hadden, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van medeplegen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, en heeft de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard.

De rechtbank heeft in haar overwegingen de ernst van het feit benadrukt, waarbij het ongecontroleerd bezit van vuurwapens als een onaanvaardbaar risico voor de samenleving werd beschouwd. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van een poging tot het handelen in strijd met de Wet wapens en munitie, en de rechtbank heeft de strafmaat bepaald op basis van de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/080405-22
Datum uitspraak: 19 september 2022
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
[adres 1]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 5 september 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.A.C. Looijestein en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. L. van Kleef naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in de periode van 18 maart 2022 tot en met 29 maart 2022 te Den haag,
tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om een vuurwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten vijf vuurwapens van het merk Glock, in elk geval een vuurwapen, voorhanden te krijgen het navolgende heeft gedaan:
- een of meer e-mailberichten gestuurd over de afname van de wapens, en
- met de verkoper een afspraak gemaakt over de aankoop en/of verkoop van de wapens, en
- met de verkoper per e-mail overeengekomen om voor 8500 euro wapens te kopen, en
- ter overdracht op de afgesproken plek is verschenen met een geldbedrag, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

3.De ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging

3.1.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging bepleit. De raadsman van de verdachte heeft zich aangesloten bij hetgeen in dat kader door de raadsvrouw van de [medeverdachte] , mr. Aalmoes, naar voren is gebracht. De beginselen van een goede procesorde zijn volgens de verdediging geschonden omdat niet is voldaan aan de verbaliseringsplicht. De vastlegging van diverse opsporingshandelingen ontbreekt, met name op het punt van de aanvang van het Nederlands opsporingsonderzoek en de inzet van het Nederlands opsporingsteam. Het opsporingsonderzoek is niet transparant en de mogelijkheid van een rechterlijke toetsing van het opsporingsonderzoek ontbreekt. Volgens de verdediging is doelbewust gehandeld in strijd met de verbaliseringsplicht door te weinig en/of onjuist te verbaliseren. De verdediging en de rechtbank zijn welbewust misleid. Het recht op een eerlijk proces is geschonden. Dat is een ernstig en onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en dat moet leiden tot een niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging van de verdachte, aldus de verdediging.
3.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat hij ontvankelijk is in de vervolging. Alle mails met de verdachte maken deel uit van het dossier evenals de bevindingen van de verbalisanten omtrent de gang van zaken. Het verschil in data van de processen verbaal kan mogelijk verklaard worden doordat het verstrekken van informatie over verschillende schijven ging. Het vertrouwensbeginsel dient het uitgangspunt te zijn indien een buitenlandse overheid informatie deelt met Nederland. De startinformatie dient als rechtmatig verkregen te worden beschouwd. Uit het dossier blijkt dat het initiatief bij de verdachte heeft gelegen en niet bij de politieambtenaren. Hoe het contact met de Nederlandse opsporingsambtenaren precies tot stand is gekomen, is onder die omstandigheden niet relevant.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Ingevolge artikel 359a, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) kan de rechter enkel rechtsgevolgen verbinden aan bij het voorbereidend onderzoek begane vormverzuimen die niet meer kunnen worden hersteld. Niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging komt als in artikel 359a Sv voorzien rechtsgevolg slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking, namelijk alleen als het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Voor toetsing van buitenlands overheidsoptreden geldt op basis van het vertrouwensbeginsel dat er sterke aanwijzingen moeten zijn dat overgedragen informatie onrechtmatig is verkregen en dat het gaat om een onregelmatigheid waaraan consequenties behoren te worden verbonden. Deze aanwijzingen zijn er in de onderhavige zaak naar het oordeel van de rechtbank niet. Al het berichtenverkeer waar de [medeverdachte] (via Telegram en protonmail) in het licht van de onderhavige zaak bij betrokken is geweest, maakt deel uit van het dossier. Dat dit berichtenverkeer op 15 maart 2022 is gestart met een bericht van de [medeverdachte] via Telegram heeft de raadsman - gelet op zijn pleidooi -overigens niet ter discussie gesteld. Het dossier bevat processen-verbaal betreffende het verkrijgen van informatie van het LIRC, alsmede van de naar aanleiding daarvan door de opsporingsambtenaren verrichte opsporingsactiviteiten. De enkele omstandigheid dat er mogelijk enkele discrepanties in de geverbaliseerde data bestaan voor zover het gaat om de vraag wanneer het LIRC de uit het buitenland afkomstige bij haar bekende informatie daadwerkelijk ter verdere behandeling aan de Eenheid Den Haag heeft verstrekt en de vraag vanaf wanneer er daadwerkelijk tussen de [medeverdachte] en een verbalisant via protonmail werd gecommuniceerd, leiden niet tot de conclusie dat niet is voldaan een de verbaliseringsplicht, laat staan dat doelbewust in strijd met de verbaliseringsplicht is gehandeld door te weinig en/of onjuist te verbaliseren. Van een onherstelbaar vormverzuim als bedoeld in artikel 359a SV is geen sprake. De rechtbank verwerpt het niet-ontvankelijkheidsverweer.

4.De bewijsbeslissing

4.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde.
4.2
H et standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak van het ten laste gelegde bepleit. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat van opzet gericht op het voorhanden krijgen van wapens bij de verdachte geen sprake was. De verdachte heeft geen significante rol gehad en er was geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met de [medeverdachte] .
4.3.
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft in de bijlage opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
4.4.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank is met betrekking tot het ten laste gelegde feit van oordeel dat dit wettig en overtuigend is bewezen.
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat de [medeverdachte] het initiatief heeft genomen om vijf vuurwapens (Glocks) voorhanden te krijgen en een afspraak heeft gemaakt voor de overdracht van deze vuurwapens.
Anders dan door de raadsman van de verdachte is bepleit, oordeelt de rechtbank dat geen sprake is van uitlokking van [medeverdachte] .
[medeverdachte] heeft bij de politie immers verklaard dat hij op internet is gaan surfen en contact heeft opgenomen met een aanbieder van wapens. Aan één van deze aanbieders, die gebruik maakte van de naam ‘ [naam 1] ’, heeft [medeverdachte] in een telegrambericht gevraagd of hij wapens kon leveren. [medeverdachte] heeft het daarbij specifiek over vijf Glocks.
In de e-mail naar de contactpersoon in Nederland vraagt [medeverdachte] opnieuw om vijf Glocks. Ook uit de mailberichten daarna blijkt dat [medeverdachte] de opzet had om vijf Glocks voorhanden te krijgen. In het mailverkeer tussen [mail adres 1] ( [medeverdachte] ) en [mail adres 2] wordt gesproken over een prijs van € 1.700 per Glock en een totaalprijs van € 8.500. De verkoper vraagt of hij vijf Glocks apart kan zetten en dinsdag kan leveren. [medeverdachte] gaat daarmee akkoord.
[medeverdachte] neemt derhalve steeds het initiatief, zowel richting [naam 1] als richting de Nederlandse opsporingsambtenaren. [medeverdachte] is door het optreden van de opsporingsambtenaren niet gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds was gericht.
Rol van de verdachte
Niet is vast komen te staan dat de verdachte betrokken is geweest bij het uitwisselen van berichten tussen [medeverdachte] en [naam 1] of tussen [medeverdachte] en de Nederlandse opsporingsambtenaren. De verdachte is blijkens de berichten in ieder geval wel betrokken op 29 maart 2022.
Op die dag hebben de verdachte en [medeverdachte] tussen 13:40 en het moment dat ze zijn aangehouden veelvuldig contact met elkaar via telefoonberichten en zitten ze uiteindelijk met elkaar in de auto.
Dat de verdachte op de hoogte was van zowel de eerste als ook de tweede afspraak tussen de [medeverdachte] en de verkoper blijkt uit de inhoud van het berichtenverkeer via snapchat waarin over (de tijdstippen van) die afspraken wordt gesproken.
Dat de verdachte weet dat de afspraken om wapens gaan blijkt naar het oordeel van de rechtbank eveneens uit de berichten. De verdachte vraagt aan [medeverdachte] om foto’s van de wapens. [medeverdachte] vraagt daarop foto’s aan de verkoper. De verkoper stuurt foto’s van de wapens en het magazijn aan [medeverdachte] . [medeverdachte] stuurt die foto’s door aan de verdachte. De verdachte en [medeverdachte] hebben met elkaar contact gehad over de betrouwbaarheid van de verkoper, de echtheid/kwaliteit en prijs van de vuurwapens.
[medeverdachte] vraagt ook aan de verdachte om het geld te regelen zodat hij naar de tweede afspraak kan gaan. Hij geeft aan dat de verkoper dreigt weg te gaan als hij niet met het geld komt en vraagt waar het geld blijft. De verdachte heeft een foto gemaakt van het geld en [medeverdachte] heeft deze foto van het geld gestuurd aan de verkoper.
De verdachte heeft derhalve weet van beide afspraken, stelt vragen over de kwaliteit van de wapens, regelt het geld en de verdachte haalt [medeverdachte] en het geld op met de auto alvorens naar de tweede afspraak te gaan. Bij de aanhouding is zowel bij de verdachte als bij [medeverdachte] geld angetroffen.
Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank de verdachte niet alleen betrokken bi het verkrijgen van de wapens maar is er ook sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [medeverdachte] ten aanzien van het verkrijgen van de wapens en is er dus sprake van medeplegen ten aanzien van het tenlastegelegde feit.
Conclusie handelen van de verdachte
De verdachte is in ieder geval op 29 maart 2022 bij het voorhanden krijgen van de vuurwapens betrokken. Gelet op de rol van [medeverdachte] en de rol van de verdachte is sprake van een nauwe en bewuste samenwerking zodat het voorgaande, in samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat de verdachte tezamen en in vereniging met [medeverdachte] heeft gepoogd om 5 vuurwapens voorhanden te krijgen.
4.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 18 maart 2022 tot en met 29 maart 2022 te Den Haag,
tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om een vuurwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten vijf vuurwapens van het merk Glock, voorhanden te krijgen het navolgende heeft gedaan:
  • e-mailberichten gestuurd over de afname van de wapens, en
  • met de verkoper een afspraak gemaakt over de aankoop en/of verkoop van de
wapens, en met de verkoper per e-mail overeengekomen om voor 8500 euro
wapens te kopen, en
- ter overdracht op de afgesproken plek is verschenen met een geldbedrag,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7.De strafoplegging

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en heeft verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit en, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van het feit
De verdachte heeft gepoogd om, samen met een ander, vijf vuurwapens voorhanden te krijgen. Alleen omdat contact is gelegd met een undercoveragent en niet met een wapenleverancier, is het bij een poging tot het voorhanden krijgen van de vuurwapens gebleven. Het ongecontroleerd bezit van vuurwapens vormt een onaanvaardbaar risico op het gebruik hiervan en zorgt voor gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Het is evident dat wapens die op deze manier verkregen worden terecht komen in het illegale circuit en dat daarmee liquidaties, afpersingen en andere (drugs gerelateerde) feiten gepleegd kunnen worden. In grote steden vinden regelmatig schietincidenten plaats waarbij slachtoffers vallen en voorbijgangers en bewoners een groot gevaar lopen. De verdachte heeft met deze ernstige gevolgen geen rekening gehouden en dat rekent de rechtbank hem aan.
Strafblad
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van de verdachte van 12 augustus 2022 waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft voorts kennisgenomen van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte die ter zitting naar voren zijn gebracht.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor wat betreft de duur daarvan heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Uitgangspunt bij het voorhanden hebben van een vuurwapen is daarbij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden. In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat het niet om een voltooid delict maar om een poging gaat en dat het aandeel van de verdachte kleiner is geweest dan dat van zijn [medeverdachte] . In strafverhogende zin weegt mee dat het om meerdere vuurwapens gaat. Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van acht maanden passend en geboden.
De rechtbank zal een deel van die straf, te weten vier maanden, voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van twee jaren, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken.

8.De inbeslaggenomen voorwerpen

8.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen:
  • een geldbedrag van € 1.480,00
  • een telefoon, zwart, merk Apple
  • een telefoon wit, merk Apple
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt om teruggave van het geldbedrag en de telefoon aan de verdachte.
8.2.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het geldbedrag van € 1.480,00 en de zwarte en witte telefoon, merk Apple, verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen het bewezen verklaarde feit is begaan of voorbereid.

9.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 33, 33a, 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26, 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

10.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, zoals hierboven onder 4.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
medeplegen van een poging tot het handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) MAANDEN;
bepaalt dat van deze straf,
een gedeelte, groot 4 (vier) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de eventuele tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd het in beslag genomen geldbedrag van € 1.480,00 en de in beslag genomen telefoons, te weten een zwarte en een witte Apple iPhone.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L. Mundt, voorzitter,
mr. L.C. Bannink, rechter,
mr. A.P. Sno, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.I.J. van den Bogert, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 september 2022.
Bijlage: Bewijsmiddelenoverzicht
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het [nummer 1] , van de politie eenheid Den Haag, district Den Haag Zuid, bureau Laak (doorgenummerd pagina 1 t/m 155) en van het aanvullend procesdossier van 11 augustus 2022 (p. 1 t/m 128, niet doorgenummerd).
1. Het proces-verbaal van verhoor van de [medeverdachte] , opgemaakt op 30 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 109-116):
Ik heb gister, 29 maart 2022, afgesproken met een jongen om vuurwapens te bekijken bij de Hornbach. Ik surfte op internet en toen heb ik contact opgenomen met een van de beheerders van die kanalen. Die buitenlandse jongen zei dat ie contact zou hebben met iemand in Nederland. Toen zei hij, je moet mailen. Dat heb ik gedaan en hij reageerde vrij snel.
Toen hoorde ik de prijs en dacht ik, dat is interessant. Dan kan ik misschien wel een kleine winst maken. De prijs was 1700 euro voor een Glock vuurwapen.
Ik wilde ze doorverkopen. Ik had geld issues.
Toen zei hij dat hij wel vuurwapens kon leveren in Nederland en toen hebben we die afspraak gemaakt.
Het geld had ik niet bij me en toen ben ik weggegaan. Hebben we een uur later
afgesproken. Ik ben toen geld gaan halen om te laten zien dat ik geld had en dat hij dan de vuurwapens kon laten zien. Ik ben drie uur later terug gegaan omdat we wel ondertussen nog aan het mailen waren met elkaar. Ik ben toen terug gekomen omdat hij foto's had gestuurd.
Het voelde na de eerste afspraak bij de Hornbach niet zo goed. Ik ben toen toch doorgegaan omdat, tja zoals ik al zei geldissues en zo.
Ik zei dat hij naar de BP in Rijswijk moest komen. Ik ben toen gestopt bij die BP in Rijswijk en toen ben ik aangehouden door het AT van jullie.
Ik had 5000 euro bij mij.
Een achterneef van mij was bij mij de tweede keer. Ik had telefonisch met hem afgesproken in Leiden.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen, opgemaakt op 10 augustus 2022 (p. 3 t/m 85 van aanvullend dossier van 11 augustus 2022 (niet doorgenummerd)).
Ik zag dat de telefoon de volgende gegevens had: [telefoonnummer 1]
Het [telefoonnummer 1] heb ik doormiddel van een CIOT (Centraal informatie onderzoek telecommunicatiebevraging) gevorderd.
Eigenaar: [medeverdachte]
Ik zag meerdere gesprekken wat ging over het kopen van vuurwapens. Deze gesprekken maken deel uit van dit proces-verbaal. (gesprek 1, gesprek 2, gesprek 3, gesprek 4 en gesprek 5).
Gesprek 3, participants: [naam 1] en [medeverdachte] (owner)
Tekstonderdelen uit screenshots van gesprekken via Telegram:
16 maart 2022, van: [medeverdachte] (owner), aan: [naam 1]
I need glocks, 17 or 19 and a snubnose revolver.
What are your prices? And do you send to the Netherlands?
17 maart 2022, van: [medeverdachte] (owner), aan: [naam 1]
But i am searching for 5 glocks. So if you can help me with that
17 maart 2022, van: [naam 1] , aan: [medeverdachte] (owner)
You want 5 Glocks? He might do that. Do you have Protonmail? Email me that
Op de data van de telefoon zag ik een gesprek staan dat gevoerd werd met een persoon die als ' [naam 2] ' genoemd werd. Ik zag dat het [telefoonnummer 2] bij ' [naam 2] ' hoorde.
Mij is ambtshalve bekend dat dit telefoonnummer bij [verdachte] hoort.
Ik zag dat ' [naam 2] ' en ' [medeverdachte] ' op 29 maart 2022 een gesprek met elkaar voerden over het kopen van vuurwapens. Ik zag dat in dit gesprek foto's werden gedeeld, die eerder door politiecollega's gestuurd werden, onder [mail adres 2] .
Tekstonderdelen uit screenshots van chatgesprekken:
29 maart 2022, 17:15, van: [naam 2] aan: [medeverdachte]
Foto’s?
En welke gen is het?
29 maart 2022, 17:16, van: [medeverdachte] aan: [naam 2]
Heb naar je gestuurd
29 maart 2022, 17:17, van: [medeverdachte] aan: [naam 2]
Snap
29 maart 2022, 17:23, van: J aan: [naam 2]
Ben je al een beetje in de buurt
Die man mailt me ook weer van hoelaat enzo
29 maart 2022, 17:34, van: [medeverdachte] aan: [naam 2]
Jaa maar hun denken dat ik op niets ben nu
Willen gewoon pap zien
29 maart 2022, 17:38, van: [medeverdachte] aan: [naam 2]
Stuur eens foto van het pap.
Want willen weggaan.
Dan stuur ie me nog een picca ook van die magga
29 maart 2022, 17:52, van: [naam 2] aan: [medeverdachte]
Alles goede foto’s
Niet van internet gepakte foto’s
3. Het proces-verbaal van bevindingen, inclusief bijlagen (screenshots van e-mails) opgemaakt op 30 maart 2022, voor zover inhoudende ( (p. 123-146):
In het kader van de inzet kregen wij, R04O en R041, de opdracht om contact te hebben met de gebruiker achter het [mail adres 1] .
Ik, R041, maakte gebruik van het [mail adres 2] .
Op zondag 20 maart 2022, kreeg ik, R041, een mail van een afzender
[mail adres 1] met daarin de tekst: “Dear, 5 glocks”.
Er zijn tussen zondag 20 maart 2022 en dinsdag 29 maart 2022, meerdere email contacten geweest tussen de twee bovenstaande email adressen. De screenshots van deze email contacten zijn als bijlage toegevoegd.
Ik, R041, kwam met de gebruiker van het [mail adres 1] tot een verkoop overeenkomst om op dinsdag 29 maart 2022 om 15:00 uur af te spreken, waarbij ik de locatie nog nader zou aangeven. Ik las dat [mail adres 1] akkoord ging met de koop van VIJF (5) Glocks voor een bedrag van 8500 (VIJFENTACHTIGHONDERD) euro.
Tekstonderdelen uit screenshots van e-mail verkeer:
18 maart 2022, By [naam 1] , van: [mail adres 1] )
aan: [mail adres 2]
Hello, I got your e-mail from [naam 1] . He said you could help me out with 5 glocks? What are your prices my friend?
20 maart 2022,van: [mail adres 1] ),
aan: [mail adres 2]
Dear, 5 glocks
22 maart 2022,van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
Sir, which glocks do you want and where you from
22 maart 2022,van: [mail adres 1] )
aan: [mail adres 2]
17 or 19. The generation does not matter. I am from Holland the netherlands.
22 maart 2022,van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
Holland scheelt wel met levering Bro. Welke regio zit je. Prijslijst Gtje 17/19 is 1700 per stuk. 5 stuks is 8.500 euro
22 maart 2022,van: [mail adres 1]
aan: [mail adres 2]
Regio Den Haag. Maar zijn wel origineel toch? Beter man. En zijn ze in doos? Of gewoon los?
22 maart 2022,van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
Kan ik er 5 voor je apart zetten, lever ik ze dinsdag aan je
22 maart 2022,van: [mail adres 1]
aan: [mail adres 2]
Is goed zie ik je dinsdag. Laat me even weten of alles gelukt is. Spreken we een tijd af.
Vervolg proces-verbaal:
Ik, R041, stuurde op dinsdag 29 maart 2022 een email naar [mail adres 1] waarbij ik aangaf om elkaar te ontmoeten voor de ingang op perceel Hornbach bouwmarkt gelegen aan [adres 2] .
Op dinsdag 29 maart 2022 omstreeks 15:40 uur bevond ik, R040, mij voor de in- en uitgang van de Hornbach.
De persoon op de foto herkende ik als Man1 waarmee ik contact had bij de Hornbach, te weten de verdachte.
Omstreeks 15:45 uur, zag ik de verdachte in mijn richting lopen. De verdachte zei dat hij voor de wapens kwam. Ik vroeg of hij het geld bij zich had. Hij zei dat hij geen geld bij zich had maar dat het geld er wel snel kon zijn.
Hij kwam uit op een bedrag van VIJFENTACHTIGHONDERD (8500) euro.
Hij gaf aan dat het geld snel op locatie zou kunnen zijn.
Ik zag en hoorde dat verdachte telefonisch contact had met een manspersoon. Ik hoorde dat hij aan iemand probeerde uit te leggen dat het geld gebracht moest worden.
De verdachte zei dat het een uur kon duren omdat het geld uit Amsterdam moest komen.
De verdachte vroeg mij nog om een foto te maken van het magazijn van het wapen en deze door te sturen.
Omstreeks 16:05 uur namen wij afscheid.
Tekstonderdelen uit screenshots van e-mail verkeer:
29 maart 2022, 17:13, van: [mail adres 1] )
aan: [mail adres 2]
Yes ben onderweg.
29 maart 2022, 17:32, van: [mail adres 1]
aan: [mail adres 2]
Max half uurtje. Heb dat ding van mij gepakt om te kijken of alles past.
29 maart 2022, 17.37, van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
Check foto. Stuur foto van t geld. Wacht max 30 min op je
29 maart 2022, 17:43, van: [mail adres 1]
aan: [mail adres 2]
Maak is een goede foto. En van die magga aub
29 maart 2022, 17:44, van: [mail adres 1] )
aan: [mail adres 2]
screenshot van foto van geld
29 maart 2022, 17.48, van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
check foto’s(bijlage 2 images)
29 maart 2022, 17.53, van: [mail adres 2]
aan: [mail adres 1]
Check(9 bijlagen)
29 maart 2022, 18:10, van: [mail adres 1] )
aan: [mail adres 2]
Maak aub een foto van boven man.
Screenshot van foto van wapen van boven
Ik, R041, ontving om 18:51 uur een bericht of ik er nog was. Na kort heen en weer e-mailen ontving ik van [mail adres 2] de locatie “BP [adres 3] ” waar ik heen moest komen.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 8 april 2022, (p. 147-153)
Ik zag dat op de telefoon meerdere documenten stonden met de naam, adres en woonplaats van [verdachte] . Tevens stonden er meerdere digitale brieven,
waaronder politiebrieven, ter attentie van [verdachte] . Ik zag dat de Apple ID van de telefoon [e mail adres] was.
Ik zag op de data van de telefoon de volgende foto's:
- Een zwartkleurige pistool, wat lag op een grijskleurige doek;
- Een 9mm patronenhouder;
- Een foto van een groot geldbedrag aan coupures, met daarop een telefoon, waarop op het beeldscherm een agenda te zien was.
Mij is ambtshalve bekend dat de foto's van het pistool en patronenhouder, gestuurd waren door opsporingsambtenaren, naar het [mail adres 1] . Mij is ambtshalve bekend dat de foto van het geld en de telefoon, was gestuurd door [mail adres 1] naar de opsporingsambtenaren. Ik zag dat deze foto's waren van dinsdag 29 maart 2022 tussen 17:40:00 uur en 18:00:00 uur.
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 11 augustus 2022, (p. 86 t/m 128 van het aanvullend procesdossier van 11 augustus 2022 (niet doorgenummerd)).
Ik zag dat de telefoon de volgende gegevens had:
Apple ID: [e mail adres]
Apple ID: [e mail adres]
Google Fit: [verdachte]
Find My: [verdachte]
Op de data van de telefoon zag ik een gesprek staan dat gevoerd werd tussen twee personen. Ik zag dat de eigenaar van de telefoon de volgende Snapchat identiteit had: [nummer 2] . Ik zag dat de andere persoon de volgende Snapchat identiteit had: [nummer 3] . Ik zag dat beide personen een gesprek met elkaar voerden op 29 maart 2022. In dit gesprek zijn zij aan het overleggen hoe betrouwbaar de koper is, de prijs van de vuurwapens en de hoeveelheden aan wapens, met betrekking tot het gepleegde strafbare feit. Dit gesprek maakt deel van dit proces-verbaal en is te lezen onder bijlage 1.
Op de data van de telefoon zag ik vele foto's en video's van onder andere vuurwapens.
29 maart 2022, 13:40, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Ben je er al?
Die guy net gesproken
29 maart 2022, 13:41, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Ga dan rond 15:00 uur naar hem in agga
Is bij snelweg
29 maart 2022, 13:42, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Jaa checkt allemaal
29 maart 2022, 14:25, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Joow maar hoe gaan we doen als die sanie boeng is
29 maart 2022, 14:26, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Want die man gaat wel zoiets hebben van ben voor saus gekomen als ik geen guap snel kan fixen.
29 maart 2022, 14:37, van: [verdachte] , aan: andere persoon
S gwn n ds buurr man
29 maart 2022, 14:45, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Heb 15:00 uur afspraak
Laat je dan binnen kwartier na 15:00 weten of het wat is
29 maart 2022, 14:57, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Aboeng
Chdck binnenkant enz
29 maart 2022, 15:50, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Hoev stuks
29 maart 2022, 15:50, van: andere persoon, aan: [verdachte]
5 stuks
8500
29 maart 2022, 15:54, van: andere persoon, aan: [verdachte]
Neef dingen zijn goed goed
29 maart 2022, 15:56, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Kan pap pakken kleine s damsko ook
29 maart 2022, 15:57, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Gaat sws uurtje nemen dan
Ga nu pakken
29 maart 2022, 15:59, van: [verdachte] , aan: andere persoon
En wat kan die nog meer regelen dan
29 maart 2022, 15:59, van: [verdachte] , aan: andere persoon
Maar je moest me goede foto sturen
6. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 30 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 73):
Twee verdachten zijn aangehouden op dinsdag 29 maart 2022 om 19:47 uur, [medeverdachte] en [verdachte] . Beide verdachten reden in een personenauto van het merk Volkswagen, type Up en voorzien van [kenteken] . [medeverdachte] reed in dit voertuig als zijnde bestuurder. [verdachte] reed mee als bijrijder in dit voertuig.
7. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 30 maart 2022, voor zover inhoudende (p. 67):
Ik hoorde van een lid van het Arrestatieteam dat dit het voertuig was waarin beide verdachten zojuist waren aangehouden. Ik hoorde van een lid van het Arrestatieteam dat er drie telefoons op de bijrijdersstoel lagen. De drie iPhone’s zijn voor nader onderzoek in beslag genomen.
Ik zag dat er in het openstaande dashboardkasje een pak contant geld lag. Dit pak geld bleek in totaal later 5010 euro te zijn.
Tijdens de insluitingsfouillering is er in de sok van [verdachte] een contant geldbedrag aangetroffen. Dit contante geldbedrag bleek later in totaal later 1480 euro te zijn.